Het touw

Ik vertel je het verhaal van een bergbeklimmer, bezeten om de hoogste berg te overwinnen. Maar hij was zo eerzuchtig dat hij de glorie alleen voor zichzelf wilde houden. Daarom vertrok hij alleen.

Hij klom en hij klom, en het werd steeds later en later. Voor een rustplaats had hij geen tijd. Hij bleef maar gaan, en maar klauteren en klimmen.

Dan werd het donker en op deze hoogte valt de nacht plots. Zichtbaarheid nul. Alles werd zwart, zelfs geen maan en dan nog wolken voor de sterren. 

En op nog geen honderd meter van de onzichtbare top, naast een ravijn, gleed hij uit en viel, in een absoluut zwart gat. Hij stortte eindeloos in de aanzuiging van de zwaartekracht. In een flits zag hij zijn leven voorbij gaan. Hij zag de dood op enkele seconden nabij.

Maar dan sneed zijn klimtouw hem met een schok bijna doormidden. Yes! Zijn kennis en ervaring hadden hem gered. Zijn touw had het gehouden. Daar hing hij dan in de stilte van het gebergte, de nacht en de mist. In hem steeg een kreet omhoog:

“God, help mij!” Een stem uit het ijle antwoordde: “Wat wil je van Mij?”

“Red mij”, antwoordde de bergbeklimmer.

“Denk je echt dat Ik je kan redden?” “Natuurlijk, U bent God”.

“Snij dan het touw door waaraan je hangt”, antwoordde God.  Toen werd het stil.

De man hield zich stevig vast aan het dik touw waaraan hij hing.

Een reddingsteam vond de man enkele dagen later. Zijn lichaam hing bevroren aan een touw in het ravijn. Zijn witte handen klemden zich nog steeds vast aan het touw.

Hij hing één meter boven de bodem van het dal.

En jij? Hoe hard hou jij je vast aan je touw? Wellicht tot God ook tot jou zegt: “Snij dat touw door?”

En waarom doe je dit niet en laat je het niet los? Want ook voor jou heeft God de oplossing wanneer je uitzichtloos naar Hem schreeuwt in je wanhoop.

Want in Gods Woord kan ook jij lezen:

“Want Ik ben de Heer, je God, Ik neem je bij je rechterhand en zeg je: Wees niet bang, Ik zal helpen”. Jesaja 41:13

“De eeuwige God is u een woning en onder u zijn eeuwige armen. Omdat Hij de vijand vóór u verdreef en zeide: Verdelg!” Deuteronomium 33:27

-------------------