WAAROM VERTOEFT         

             OPWEKKING? 

(vervolg en laatste deel)

God is een God van opwekking. Waarom is er dan (nog) geen opwekking?

deel 18

Gekend in de hel. 


Sommige predikers hebben de onderwerpen onder de knie. Sommige onderwerpen hebben de prediker onder hun knie. En soms ontmoet je een prediker die beiden heeft. 

De apostel Paulus was in deze categorie. 

Laat ons even kijken naar Hand. 19. Zeven mannen poogden om met religieuze formules boze geesten te bezweren. Maar theologische termen en zelfs Bijbelverzen slingeren naar door de duivel bezeten mensen is even vruchteloos als het gooien van sneeuwballen naar een berg in de hoop om deze te verplaatsen. Eén man, gecontroleerd door een demon, was een gemakkelijke tegenstander voor deze 7 gekke mouwvegers. Terwijl deze 7 zonen van Skevas wegvluchtten in de straten, zonder kledij en beschaamd, vulde deze man, vol van een onheilige geest, zijn kleerkast met hun kledij. En zo, vertelden deze bevreesde mannen hun eigen verhaal, want God keerde hun dwaasheid om in de glorie van Christus, zodat Zijn Naam werd gevreesd en verhoogd. Spookachtige geestenbezweerders waren bekeerd; Joden en Grieken werden gered; op een kampvuur werden hun toverboeken ter waarde van 50.000 zilverstukken verbrand. 

Luister naar het getuigenis van deze demon: ”Jezus ken ik, en Paulus ken ik, maar wie bent u?”

Dit is de hoogste lofprijs dat de aarde of de hel biedt om geklasseerd te worden bij de vijand, één met Jezus. Hoe was Paulus zo ver gekomen? Waarom kenden de demonen Paulus? 

Hadden ze hem ook geslagen, of had hij hen geslagen? 

Denk eens een moment na over deze Paulus. God en Paulus waren intieme vrienden. Openbaringen werden toegerekend. Zijn dienstknechten waren engelen. 

Zijn door de Geest bekrachtigde woorden verbrijzelden de ketens van de ziel van een bezeten meisje met een waarzeggende geest. In Korinthe maakte deze machtige man, Paulus, “het Moeras der Wanhoop” leeg en stichtte daar een Kerk. Later rukte hij nog zielen weg, onder de neus van Caesar. En vóór koningen voelde hij zich thuis, want hij zei: ”Ik heb mijzelf gelukkig geacht, koning Agrippa” (Hand.26:2).

Hij bestormde de intellectuele hoofdstad van de toenmalige wereld, de Areopagus, met de waarheid van de opstanding en stuurde hun geleerden wandelen. 

Toen Paulus leefde, had de hel geen rust!

Wat was Paulus’ arsenaal? Waar scherpte hij zijn zwaard? Paulus gebruikte meer dan één keer de volgende zin: ”Ik ben ervan overtuigd” en daarin lag zijn geheim. Het Woord, zoals de Heer, was onveranderlijk. 

Paulus had zijn anker uitgeworpen in de diepten van Gods trouw. Zijn strijdzwaard was het Woord van God, zijn sterkte was geloof in dat Woord. Zo de Geest verwittigde hem i.v.m. de komende strategieën van de duivel. Paulus was niet onwetend over zijn trukendoos, daarom leed de hel zo. 

Zelfs wanneer mensen Paulus wilden vermoorden, werd het complot verijdeld en de mannen en de demonen werden verschalkt. 

Geestelijkheid die mensen redt van de hel en mensen weerhoudt van vulgaire mensen is wonderbaar, maar ook elementair. 

Toen Paulus naar het kruis ging, vond het wonder van bekering en vernieuwing plaats; maar later toen hij aan het kruis hing, vond een groter mirakel van vereenzelviging plaats. 

Dat is het meesterlijke argument van Paulus – om dood en levend te zijn – op hetzelfde ogenblik. 

“U bent dood”, schreef hij aan de Galaten. Veronderstel eens dat we dit eens bij onszelf proberen. Zijn wij dood? 

Dood voor schuld en lof? Dood voor mode en menselijke opinie? Dood zodat we niet lopen voor erkenning? Dood zodat we niet beginnen te kronkelen als een ander lof ontvangt voor iets dat wij op touw hebben gezet. 

O zoet en zalig is de bevredigende ervaring van de inwoning van Christus door de Geest!

Ja, Paulus was dood. Maar hij voegde er aan toe: ”maar niettemin leef ik, maar niet ik”. Christendom is de enige religie waar God komt en leeft binnen in de mens. Paulus worstelde niet langer met het vlees, maat tegen waarheden en krachten (Efeziërs 6).

Doet dit enig licht schijnen op wat de demon zei: ”En Paulus ken ik”. Paulus had geworsteld tegen de demonische machten (in deze moderne tijden hebben we de kunst van binden en ontbinden vergeten of ontkend). 

Op het laatste van zijn aardse pelgrimstocht verklaarde hij: ”ik heb de goede strijd gestreden”. Demonen zouden er amen kunnen op gezegd hebben, want ze leden meer dan Paulus, dan Paulus leed van hen. Ja, Paulus was gekend in de hel. 

Een ander anker dat deze ziel onverschrokken hield was de toorn van een heilig God over de zonde. 

II Kor. 5:9. Paulus verklaarde mensen als verloren! We hebben de Goddelijke hand nodig om het beeld scherp te stellen van de verloren zielen. Omdat Paulus zijn Heer lief had met een perfecte liefde, zo haatte hij de zonde met een perfecte haat. Hij zag de mensen niet alleen als verloren maar ook als rebellen; niet alleen weggedrevenen van de gerechtigheid, maar ook samenzweerders van slechtheid . 

Met de woestheid van een intense liefde van God, kookte hij bij de onrechtvaardigheid van mensen, die zich ondergeschikt hielden aan demonische krachten. 

Zijn wachtwoord was: ”Dit ene ding doe ik”. Hij had geen bijzaken, geen boeken te verkopen. Hij had geen ambities, dus had hij niets om jaloers op te zijn. Hij had geen reputatie dus had hij niets om voor te vechten. Hij had geen bezittingen en daarom ook gen zorgen. Hij had geen rechten dus kon hij niet verkeerd lijden. Hij was al verbroken zodat niemand hem nog kon breken. Hij was dood, zo kon niemand hem nog doden. Hij was de minste van de minsten, wie kon hem dan nog vernederen. Hij had geleden onder het verlies van alle dingen, zo niemand kon hem nog bedriegen. Werpt dit enig licht, waarom de demon zei: ”Paulus ken ik”. 

Vanwege deze dronken man door de Geest, had de hel veel hoofdpijn. 

Nog een ander anker voor deze heilige man was de doeltreffendheid van het Bloed van Jezus met als bekwaamheid de mens totaal te redden. Allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. Ja, maar Christus is in staat om tot het uiterste te redden, al wie tot God komt via Jezus. 

O, mocht de wereld het verzoenende Lam  kennen.  

Voor Paulus was er geen begrensde verzoening. Hij was een zeloot en wilde zeloot blijven. In het licht van de eeuwige hel, wat betekenen vergankelijke stenen? Wat betekenen eerbetuigingen?

NU zijn mensen verloren, ook na hun dood. NU worden mensen in een draaiklok van een riool van ongerechtigheid geworpen, welke hen tenslotte naar benden zal zuigen in de hel. Is dit waar? Paulus was hiervan overtuigd. 

Jesaja 51:9

Maak mij Uw strijdzwaard en Uw oorlogswapens, hoor ik Paulus zeggen. Een ander anker voor Paulus, was de gezegende verzekering: “eens het lichaam te verlaten en bij de Here zijn intrek te nemen” (II Kor. 5:8).

Paulus kon ze allemaal afgeschreven hebben: striemen, gevangenneming, vasten, vermoeidheid, pijnlijkheid als een lichte verdrukking, maar daar tegenover stond het feit “zo zullen we voor altijd bij de Here wezen”. 

Al het gekletter van demonen was verspild tegen Paulus. Vraagt u zich nog steeds af waarom één van de demonen zei: ”en Paulus ken ik?”

De waarheid als een anker voor Paulus’ ziel was: 

“want wij moeten allemaal verschijnen voor de rechterstoel van Christus” (II Kor. 5:10).

Leven met eeuwige waarden nam de angel weg van de test die nog moest komen. 

Goed leven hier op aarde. Ik wil niet zeggen gewoon maar rechtvaardig leven, maar leven volgens het patroon van het Heilige Woord was veilig voor het hiernamaals.

Paulus was zo gelijkvormig aan het beeld van de Zoon zodat hij kon zeggen : Filip. 4:9

Kopietjes kopiëren is niet zo veilig, maar het is veilig Paulus te kopiëren, want hij was totaal overgegeven, geheel geheiligd, helemaal tevreden, “totaal in Christus”. 

Verwondert u zich nog waarom een demon zei:”Paulus ken ik”?

Ik niet. 

EINDE
DAT OPWEKKING SPOEDIG KOME.

Reacties

Populaire posts van deze blog