Inleiding

             WAAROM VERTOEFT         

             OPWEKKING? 

(vervolg)

God is een God van opwekking. Waarom is er dan (nog) geen opwekking?

deel 17

Zo de Kerk, zo de wereld. 

Voor dit middernachtelijk uur, zijn er vurige mannen nodig. Op de Pinksterdag werd de naam van de levende God, de Naam van het menselijke hart van die glorieuze gemeenschap. De Kerk begon in opwekking, nu eindigen we in ritueel. We startten viriel, we eindigen steriel. 

Ontvlambare harten zijn nodig voor de grote nood. Mannen moeten vuurkolommen zijn. Door God geleide mensen zijn nodig voor misleide mensen te leiden. Er zijn gepassioneerde Paulussen nodig om nederige Timotheüssen te bewegen, mannen in vuur en vlam die anderen overschaduwen en ook in brand steken. We hebben gebedsridders nodig voor gebedsnachten. We hebben ware profeten nodig om valse profeten te waarschuwen. “Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden”? (Mark. 8:36). 

Er moet een schreeuw komen (Joël 2:15-17): “Blaast de bazuin op Sion, heiligt een vasten, roept een plechtige samenkomst bijeen. Vergadert het volk, heiligt de gemeente, roept de ouden bijeen, vergadert de kinderen en de zuigelingen; de bruidegom trede uit zijn kamer en de bruid uit haar bruidsvertrek. Laat de priesters, de dienaren des Heren, tussen de voorhal en het altaar wenen en zeggen: Spaar, Here, uw volk en geef uw erfdeel niet prijs aan de smaad, zodat de heidenen met hen zouden spotten. Waarom zou men onder de volken zeggen: Waar is hun God?"

Vergeleken met een hart dat het vuur van de Heer heeft gekend en toegestaan heeft om het te laten uitdoven, is het ijs van de Alpen warmer. 

Metaal smelt alleen wanneer het vuur brandt; verwijder het vuur en het metaal wordt opnieuw hard. 

Zo is ook, een menselijk hart, zonder de hitte van de hemel is het een ijsberg. 

Als de Geest afwezig is, wordt het allemaal doctrine en levenloze dogma’s. Lering heeft zalving nodig; de waarheid moet scherp zijn; troost moet ontbranden. 

Geïnspireerde mannen zijn nodig. 

Gelovigen met Geest aangedreven zielen zijn onmisbaar voor deze ontaarde generatie. Op dit moment waait er een meeslepende machtige wind van valse religie en een lauw Christendom geselt de wereld. 

Gewaarschuwd door vals vuur door vuurloze mensen, nemen wij te vaak genoegen met helemaal geen vuur. Niet in staat om te kunnen detecteren wat vlees en Geest is, hebben de godsdienstijveraars een nieuwe uitbarsting van geestelijkheid aangekondigd. Wees gewaarschuwd! Het conflict wordt stroever. 

God helpe de naties, verwoest door religie van mensen, vervloekt door rituelen van mensen, verdoemd door de leer van mensen. 

Is er ooit zo’n duivels uur geweest in de geschiedenis? 

Zo de Kerk, zo de wereld. Als de wachters slapen, neemt de vijand de stad in. 

We hebben Jozua’s nodig om het volk binnen te leiden in het Beloofde Land van een Geest gemachtigd leven.

Zoals Israël, zijn we ontsnapt aan Egypte en de farao (beeld van de wereld en satan), maar we faalden in Kadesh Barnea. 

Wat een opstapje moest zijn, werd een struikelblok. Wat een doorgang moest zijn werd een eindpunt. Blind ongeloof maakt fouten en maakt Gods werk nutteloos. 

Zijn wij uit de armoede van de wereld gekomen om niet binnen te treden in het Kanaän vol van rijkdom? 

Denk er eens over na! Gedurende 40 jaar zag dit uitverkoren volk geen wonderen en geen antwoorden op hun gebeden. Ze zagen niets anders dan doden, droogtes en duisternis. 

Alles omwille van ongeloof. 

“De reuzen zijn te groot voor onszelf” (Numeri 13:17-33), was hun schreeuw. Vandaag is onze kreet: ”Kijk naar hun macht”. 

Ons antwoord zou moeten zijn: ”Heer, ik bid U” (II Kon. 6:17).

“Is de arm van de Heer te kort om te verlossen dat Hij niet kan redden?”  (Jesaja 59:1). 

Zouden we Hem nu beschouwen als de God van het verleden i.p.v. de God van heden? 

De preek van Petrus op Pinksteren was zowel verschroeiend als onderzoekend, doordringend en diepgaand. 

De waarheid werd levend. 

Hand. 2:16: "dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joël". Deze preek werd ervaren als het Zwaard van de Heer, maar met een nieuwe snee, zodat de hoorders werden gesneden in hun hart. 

Stil blijven zitten terwijl een huis brandt is crimineel. We zijn geen troosters als we onze buurman laten slapen, en wij toezien als de misdadiger binnenstapt met een revolver. 

Dit is geen overdreven beeld van het gevaar. 

Gaan wij verwelken voor hen, die een afkeuring hebben  om het Bloed te eren, geloven in de menswording van Christus, en de prediking van de hel naast zich neerleggen? 

De legioenen van de hel zijn groot, maar de legioenen van de hemel zijn veel groter. De duivel is machtig, God is almachtig. 

De inzet is hoog. De prijs en de beloning zijn groot. Is het leven zo waardig en hebben we de vrede zo lief ten koste van ketens en slavernij? 

De angstige gebondenheid en slavernij die leven in de wereld van vandaag en de wereld bedreigt, is geen sprookje. 

Communisme mag de wereld overwinnen, maar voor een kind van God is er een grote horror-eeuwigheid voor de onberouwlijken in een oneindige hel. 

(wordt vervolgd; nog 1 deel te gaan).