Doorgaan naar hoofdcontent

 

De hemelse mens



89_volmaaktheid_christus_aarde_eindtijd

Woorden van verwondering

De Romeinse hoofdman, die getuige was van het glorieuze sterven van onze Heere Jezus Christus, riep uit: “…Werkelijk (SV: waarlijk)deze Mens was Gods Zoon! (Markus 15:39b), daarmee ongetwijfeld bedoelende te zeggen: “Dit was geen gewoon mens”. Deze ontboezeming is opmerkelijk en brengt ons op het spoor van meer van dergelijke uitspraken.
De evangelist Markus schrijft over Jezus dat Hij niet leerde als een schriftgeleerde, maar als een gezaghebbende”:
“En ze stonden versteld van Zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden.” (Markus 1:22) [1]
Op een andere plaats horen wij de discipelen van Jezus in hun schip verzuchten:
“…Wie is Deze toch, dat Hij ook de winden en het water bevel geeft en ze Hem gehoorzaam zijn?” (Lukas 8:25b)
Het zijn uitspraken die de boodschap in zich dragen dat Jezus waarlijk God èn mens was en is (Hij is nog steeds de tweede Adam!).
Een ieder die werkelijk een ontmoeting met Jezus heeft zal zich in overeenkomstige woorden van verwondering uitlaten, ook vandaag nog.

.

Aards en hemels

Een verklaring hiervoor ligt voor de hand en werd eigenlijk al gegeven. Maar niemand heeft het zo goed onder woorden gebracht als de apostel Paulus in 1 Korinthe 15 vers 47:

  • “De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk (SV: aards); de tweede Mens is de Heere uit de hemel.”

Christus was – en is – de Hemelse Mens.
Hebben wij met een innerlijke tegenstrijdigheid te doen, wanneer er sprake is van “de hemelse mens”? Beweegt zich het schepsel mens niet alleen op de aarde rond, zoals de engel geschapen is voor de hemelse wereld?
Gods Woord, de Bijbel, ontkent ten stelligste dat de mens alleen voor de aarde zou zijn geschapen. Het eerste mensenpaar wandelde op aarde rond in een oord dat tot de hemelse werkelijkheid gerekend moet worden; het paradijs (vergelijk 2 Korinthe 12:2-4 [2]). En, voor de Nieuwtestamentische gelovige wordt het als normaal geacht dat hij “wandelt in de hemelen”:

  • “Ons burgerschap (SV: onze wandelis echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus.” (Filippenzen 3:20)

De mens, geschapen als hij is “naar Gods beeld” – met een lichaam, een ziel en een geest – is evenzeer een geestelijk wezen als een aards wezen. Wanneer wij in onze dagen waarnemen dat het merendeel van de mensheid alleen maar “aards” leeft, signaleren wij daarmee dat de mens “ontmenselijkt” is, “ontkleed”, “naakt”:
“Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren…” (Genesis 3:7a)
Welk een winst is het voor een mens, als hij tot het inzicht komt dat de Bijbel niet alleen maar het Boek is dat over de hemel spréékt, maar dat het bovenal het Boek is dat ons in de hemel brèngt – een Goddelijk Boek.
De mens die, net als het beest, alleen maar op de aarde leeft, is de “aardse mens” (of de “natuurlijke mens”). De mens die, zoals God het voor hem bedoeld heeft, ook wandelt “in de hemelen”, is de “hemelse mens”; navolger van de “tweede Adam”, Jezus Christus, DE Hemelse Mens.

.

Heengaan naar zijn huis

Daar is, zoals te begrijpen valt, een tegenstelling tussen de aardse en de hemelse mens. Nergens anders worden wij daarmee zo duidelijk en overtuigend geconfronteerd als bij Jezus.
De hierboven geciteerde uitingen van verwondering, verbazing en ontzag, bevestigen deze waarheid op niet mis te verstane wijze.
Juist de bestudering van Jezus’ leven en bediening zal ons dan ook de kenmerkende verschillen tussen de aardse en de hemelse mens doen kennen. Wie de Evangeliën biddend en onder de leiding van de Heilige Geest leest, zal niet alleen in sprekende voorvallen, maar ook verborgen – in schijnbaar terloopse vermeldingen – de grootheid en glorie van de hemelse mens (met name van DE Hemelse Mens) aanschouwen, schril afstekend tegen de kleinheid en dofheid van de aardse mens.
Zo komt deze tegenstelling bijvoorbeeld naar voren op een onverdachte plaats als Johannes 7:53 en 8:1, het laatste vers van Johannes 7 en het eerste vers van Johannes 8.
Twee ogenschijnlijk nietszeggende verzen – “En ieder ging heen naar zijn huis”  “Maar Jezus ging naar de Olijfberg” (SV) – doch in feite een verbijsterende mededeling. Aan het eind van een bewogen dag, na een groot rumoer in de tempel rondom Jezus, toen aan het tumult een einde was gekomen, keerde een ieder terug naar zijn eigen kleine wereld. Maar Jezus ging BIDDEN!! Want dat deed Hij op die berg.

.

In de hof der olijven

Paulus voegde aan de woorden, die wij lazen in 1 Korinthe 15:47, toe:

  • “Zoals de stoffelijke (SV: aardse) is, zo zijn ook de stoffelijke mensen (SV: aardsen), en zoals de Hemelse is, zo zijn ook de hemelse mensen. En zoals wij het beeld van de stoffelijke (SV: aardsen) gedragen hebben, zo zullen wij ook het beeld van de Hemelse dragen. (1 Korinthe 15:48-49)

Met andere woorden, zoals Jezus is, zo zijn ook alle “hemelse mensen”.
Jezus ging, in tegenstelling tot alle andere mensen, aan het eind van de dag – na gedane zaken – bidden. Zo lezen wij wel vaker, bijvoorbeeld in Mattheüs 14 vers 23:
“En toen Hij de menigte weggestuurd had (SV: van Zich gelaten had), klom Hij de berg op om er in afzondering te bidden. Toen het avond was geworden, was Hij daar alleen.”
Hij was waarlijk een Tabernakeleen Tempel van God [3]; Zijn lichaam was een “plaats van gebed”. Allen gingen naar hun huis – naar hun eigen wereld, waar zij zich konden wijden aan hun geliefkoosde bezigheden. Jezus ging naar Zijn huis – dat waren de gebedshoogten; Zijn “bezigheid” was: te zijn in de dingen van Zijn Vader. Hij, Die door Zijn Geest later liet neerschrijven Bid zonder ophouden (1 Thessalonicenzen 5:17), was “in Zijn gewone doen” als Hij in gebedsgemeenschap verkeerde met Zijn hemelse Vader.
Maar zoals Hij was, zullen ook Zijn volgelingen zijn: de “hemelse mensen”.  Hoe verschillend zijn ook deze van de andere mensen. Zij leiden een leven van en in gemeenschap met hun Heer. Hun leven is een gebedsleven. En de plaats van hun gebed is, precies zoals van Jezus werd meegedeeld, vaak de “Hof der Olijven”: Gethsemané (= letterlijk: “oliepers” of “vat met olie”).
Op de Olijfberg; daar worden ook zij “geperst” en “uitgeknepen” in zware ziele-strijd. Maar daar ook komen zij, net als Jezus, tot de overwinning van “Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede”:

  • “…Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt.” … “Opnieuw, voor de tweede keer, ging Hij heen en bad: Mijn Vader, als deze drinkbeker aan Mij niet voorbij kan gaan zonder dat Ik hem drink, laat Uw wil dan geschieden. (Mattheüs 26:39b en 42)

.

Voor God leven

“Acht” (8) is het getal van “de nieuwe mens in Christus”.[4] Dat is de hemelse mens, nazaat van de Tweede Adam. Merk op: het is “Jezus echter ging naar de Olijfberg.” (Johannes 8:1). De aardse mens leeft voor zichzelf. “Heengaan naar zijn huis”, zich terugtrekken in zijn eigen wereld, heeft mede de gevoelswaarde van “leven voor zichzelf”.
De hemelse mens leeft daarentegen niet voor zichzelf, maar voor God (en vindt zo de zin van het leven). Zijn “huis” is de plaats waar een ladder is opgesteld die tot in de hemel reikt:
Toen droomde hij (= Jakob, te Bethel = Hebreeuws voor Huis van God), en zie, op de aarde stond een ladder, waarvan de top de hemel raakte, en zie, de engelen van God klommen daarlangs omhoog en omlaag.” (Genesis 28:12)
Zijn “voedsel” is, de wil van God doen:

  • “Jezus zei tegen hen: Mijn voedsel is dat Ik de wil doe van Hem Die Mij gezonden heeft en Zijn werk volbreng.” (Johannes 4:34)

Bent ù reeds wedergeboren tot zo’n mens die altijd met de dingen van zijn hemelse Vader bezig moet (= graag wil) zijn en wiens “natuurlijke omgeving” de berg van gebed is?

H. Siliakus
Digitaal uitgewerkt door A. Klein

PDF (in smartphone-formaat)

*********************************************************************************

[1] Alle Bijbelteksten zijn door mij vermeld in de Herziene Statenvertaling / HSV, tenzij anders vermeld. (noot AK)

[2] 2 Korinthe 12:2-4, “Ik ken een mens in Christus, 14 jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, weet ik niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen (SV: opgetrokken is geweest). En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – dat hij werd opgenomen (SV: opgetrokken is geweest) in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken.” (noot AK)

[3] Zie eventueel onze studie Geroepen om te worden gemaakt tot Gods doel met de mens – EEN eeuwige, HEILIGE TEMPEL van onze almachtige God en Vader van E. van den Worm. (noot AK)

[4] Zie eventueel onze studie met ‘vers voor vers’ UITLEG LUKAS – Het Boek van de NIEUWE MENS in Christus (over Jezus, de Hogepriester en hoe wij, als priesters van de allerhoogste God, Hem moeten dienen) van E. van den Worm. (noot AK)

Bron: www.eindtijdbode.nl

Reacties

Populaire posts van deze blog