GOD ZOEKT...HEEFT HIJ U KUNNEN VINDEN?

Door C. H. J. Theys

Een ernstige boodschap voor de laatste dagen

Ezechiël 9:2-6: “En zie, zes mannen kwamen vanuit de richting van de Bovenpoort, die naar het noorden gekeerd is, ieder met zijn vernietigingswapen in zijn hand. Eén Man in hun midden was gekleed in linnen met een schrijverskoker aan Zijn middel. Toen kwamen zij binnen en gingen naast het koperen altaar staan. De heerlijkheid van de God van Israël verhief zich van boven de cherub waarop Hij rustte, naar de drempel van het huis, en Hij riep naar de Man Die in linnen gekleed was, Die de schrijverskoker aan Zijn middel had. En de HEERE zei tegen Hem: Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en zet een merkteken op de voorhoofden van de mannen die zuchten en kermen over al de gruweldaden die in het midden ervan gedaan worden. Maar tegen die andere mannen zei Hij ten aanhoren van mij: Trek achter Hem aan door de stad, en dood! Ontzie niemand en heb geen medelijden. Dood ouderen, jongemannen en meisjes, kleine kinderen en vrouwen, om hen te gronde te richten. Raak echter niemand aan op wie het merkteken is. Begin vanuit Mijn heiligdom. Toen begonnen zij bij de oudere mannen die zich vóór het huis bevonden”.

Dit is een Woord, dat God mij gaf. Het is een ernstig Woord, een waarschuwende boodschap, voor de Gemeente van de Here Jezus Christus in deze laatste dagen. Het zal u bekend maken met vele dingen, die u nog niet bekend waren. Daarom vraag ik u in de Naam van de Here Jezus: opent uw hart en oren, opdat deze boodschap als een angel in uw hart zal blijven vastzitten, opdat u ermee voorwaarts ga op uw verdere weg. Deze boodschap is tè radicaal, tè ernstig om die maar te vergeten. God schenke u genade om dit Woord te verstaan.

Wat niet in het menselijk leven verandert

en wie wel veranderlijk is.

Inleidend op de boodschap wil ik eerst drie dingen in het licht stellen, die in de ervaringen van ons menselijk leven NOOIT veranderen. De ZONDE verandert nooit. De zonde van vroeger is gelijk aan de zonde van nù.

De DUIVEL verandert nooit. Wat hij eertijds was, dat is hij ook nu op dit ogenblik en hij zal altijd dezelfde blijven.
En het derde, want niet verandert is GODS WOORD. Gods Bijbel verandert nooit! Gods Woord is van eeuwigheid tot eeuwigheid. Ook in den beginne was reeds het Woord! Als u deze drie onveranderlijke dingen goed wilt vasthouden en u de boodschap, die u wordt gebracht, wilt afmeten naar deze drie onveranderlijke dingen, zullen u vele dingen duidelijk worden.

Ik heb u verteld, wat niet verandert in ons leven, maar wie wel veranderlijk is, is de MENS zelf. De mens kan veranderen en dit is, wat God hier in Zijn Bijbel duidelijk wil laten uitkomen. Ik benadruk dit, omdat wij leven in dagen, waarin wij zovele kinderen van God horen roemen op geweldige ervaringen van vroeger!

God heeft niets aan ervaringen van vroeger. Als de Here Jezus Christus straks komt op de hemelwolken met grote kracht en heerlijkheid, vraagt Hij niet aan u en mij: “Hoe was het vroeger, Mijn kind?” Hij verwacht ons op dat ogenblik in die wonderbaarlijke kracht van de Heilige Geest te vinden, waarmee naar Huis kunnen gaan.

Mijn ogen zijn open gegaan voor vele dingen. Eén ervan is, dat de mens zich zo graag blind staart op tijdelijke en, uit de aard van de zaak, WAARDELOZE dingen. Hierdoor blijft ons leven hokken en bekomen wij geen kracht om telkenmale voorwaarts te gaan. Hierdoor jagen wij niet naar het enige waardevolle in ons leven; hierdoor zoeken wij niet meer naar de gerechtigheid van God, naar die wonderlijke doop en die nog wonderlijker vervullingen met de Heilige Geest!

Geliefden, komt to uzelf! Bid tot God in deze laatste dagen om genade, want spoedig is de tijd daar, dat de deur van God GESLOTEN zal zijn! Laat ons ons levendig bewust zijn van het feit, DAT GOD EENMAAL ZIJN DEUR VAN GENADE SLUIT!

Hij had het gedaan in de tijd van Noach! Ook had Hij het laatste woord in de ervaringen van Lot! God handelt niet anders! Hij houdt slechts rekening met Zijn Woord. Daarom moeten wij niet onverschillig staan tegenover dit Woord. Ons dagelijks leven moet worden gericht door dit Woord en moet erop steunen als op een staf. Wij hebben geen kracht genoeg, omdat wij God niet nemen bij Zijn Woord. Velen lezen en bestuderen de Bijbel wel, maar leven niet in de realiteit, dat Hijzelf het Woord is! Hij moet in ons leven komen met die kracht, die Hij alléén schenken en openbaar maken kan en waarbuiten geen mens kan leven, wil hij de heilsweg tot het einde toe getrouw bewandelen.

Wij hebben gezien, dat Gods Woord, dat wij in onze Bijbel kunnen lezen, voor alle tijden is, dat het ONVERANDERLIJK is. Jezus zeide: “Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan”. (Matteüs 24:35). Alzo is het Woord van God!

God zoekt…

We lezen hier in dit Schriftwoord – al was het hier in de dagen van Ezechiël – dat God zocht. Wat Hij zocht, zullen wij spoedig gewaar worden. Maar zoals Hij vroeger zocht, zoekt Hij óók vandaag de dag.

Er staat duidelijk geschreven, dat het zoeken van God begint bij Zijn Heiligdom. Thans is Gods Heiligdom de Gemeente van de Here Jezus Christus op aarde. God heeft thans geen ander Heiligdom. Hier woont God temidden van Zijn volk. Zoals Hij eertijds woonde in de tabernakel van Israël en daarna in de Tempel te Jeruzalem, woont Hij thans in Zijn Lichaam, de Woonstede van God in de Geest; het Heiligdom, dat wij kennen als de geestelijke Tempel van God.

In Openbaring 11:1 wordt van dit Heiligdom gesproken, als de Engel tot Johannes zegt: “Meet de Tempel Gods, en het altaar, en degenen, die daarin aanbidden”.

De bemoeienissen van God, de Heilige Geest, gelden in de laatste dagen deze drie. En wij zullen gemeten moeten worden met het meetsnoer van God, dat het Woord van God is, met de levende Christus. De Heilige Geest moet ons meten, of wij reeds gekomen zijn tot datgene, wat in Efeziërs 4:13 geschreven staat: “Tot de enigheid des geloofs”...”tot de mate van de grootte van de volheid van Christus!”

Wij kunnen niet volstaan met maar voort te sukkelen en genoegen te nemen met een instelling als: “Wat is het heerlijk, eens in de week een samenkomst met een goede boodschap, dan heb ik genoeg voor een week”. De discipelen wandelden 3 ½ jaar met Jezus. Zij hoorden regelrecht uit Zijn mond de boodschap van het eeuwige leven. Zij zagen de wonderen en tekenen, die Hij deed. De twaalven en zeventigen ontvingen een gedelegeerde macht om uit te gaan; maar nochtans lezen wij het Bijbelse getuigenis, dat zij daaraan niet genoeg hadden. Zij moesten gedoopt worden met de Heilige Geest! Wilt u met minder tevreden zijn, als dit het Nieuwtestamentisch voorbeeld is?

God zoekt en wil het vinden: mannen, vrouwen, kinderen, vaders en moeders met dat TEKEN op hun voorhoofd, dat teken van God, dat hen zal bewaren voor de ellende, die komen moet. Hij wil hen vinden met dat allervoortreffelijkste wapen in hun hand. Laat u vinden; bid God, dat u zo gevonden moge worden.

De zes mannen en Degene,

Die met linnen is bekleed.

Ezechiël 9:5: “Maar tegen die andere mannen zei Hij ten aanhoren van mij: Trek achter Hem aan door de stad, en dood! Ontzie niemand en heb geen medelijden”.

En dan is er sprake van het doden van ouden, jongelingen en maagden, kinderen en vrouwen. Daarom geldt deze boodschap allen en iedereen! Laat ons daarom vasthouden aan het Woord van God; wij, die door de wedergeboorte ons weten te behoren tot de Gemeente, het Lichaam van de Here Jezus Christus.

Deze 6 mannen staan voor 6x1000 jaren, voor het zesduizendtal jaren, gerekend vanaf Adam, dat wij nu spoedig vol gaan maken, waarmee dan de tijd van genade wordt afgesloten. Wij leven in deze sluitingstijd van Gods genadedeur. Thans is het, dat God zoekt!

De Man, Die met linnen is gekleed, gaande tussen de 6, is niemand anders dan Hij, van Wie alle goede gave en alle volmaakte gift moet komen. Vandaag is het, dat Hij zoekt; en als datgene, wat Hij zoekt – waar wij het straks over zullen hebben – in ons leven niet vinden zal, dan sterven wij een geestelijke dood! Moge God ons allen daarvoor bewaren!

God is uiterst lankmoedig, méér dan wij ons kunnen voorstellen; Hij stelt dikwijls uit. Gods Woord spreekt hiervan. Maar hoe of dit ook zij, komt er een eind aan alles!

Gods uitgesteld oordeel.

Lukas 13:6-9: “En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom, die in zijn wijngaard geplant was. En hij kwam om daaraan vrucht te zoeken, maar vond die niet. Toen zei hij tegen de wijngaardenier: Zie, ik kom nu al drie jaar vrucht zoeken aan deze vijgenboom en vind die niet. Hak hem om. Waarom beslaat hij de aarde nutteloos? En hij antwoordde en zei tegen hem: Heer, laat hem ook nog dit jaar staan, totdat ik om hem heen gegraven en hem bemest heb. Wellicht dat hij dan vrucht draagt. Maar zo niet, dan moet u hem alsnog omhakken”.

Wij lezen hier van het UITGESTELDE oordeel van God. Ik weet niet hoeveel jaar God heeft gewerkt aan uw ziel; opdat u sta met dat teken op uw voorhoofd. Ik weet niet, hoe lang God in uw leven bezig is om u te brengen tot het punt, waar u VRUCHTDRAAGT; iets, wat Hij verwacht in uw leven. Laat ons gewaarschuwd zijn: God is lankmoedig, maar éénmaal houdt alle lankmoedigheid op, als Hij geen vrucht in ons leven vindt, ondanks Zijn bemoeienissen vanuit de hemel, ondanks het ontvangen van de woorden van het eeuwige Leven.

Uw leven is gevuld met bemoeienissen van God – u getuigt ervan – maar waar is de vrucht, die God zoekt?

Matteüs 7:19: “Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen”.

God zoekt door de Geest gedreven arbeiders.

Wat zoekt God in deze dagen onder Zijn kinderen, in Zijn Jeruzalem? Hij zoekt onder Zijn kinderen , die de bressen in de muren van Jeruzalem willen sluiten.

God zoekt vruchtdracht, niet in de zin van de vrucht van de Geest IN ons; het voortbrengen van die vrucht is voor zijn rekening, zolang wij ons aan Hem over hebben gegeven. Maar Hij zoekt gewilligheid van onze kant om zó voor Hem te leven, dat Hij Zijn Geest kan laten werken door ons heen tot vruchtdracht in de wereld, waarin wij leven!

Leven in overgave en

openheid voor Jezus Christus.

Wij lezen in Ezechiël 9:2, dat de met linnen beklede man en de anderen stil stonden bij het koperen brandofferaltaar, dat ons spreekt van volkomen offerande en overgave. Een brandoffer was in Israël alleen volkomen als het totaal tot as was verteerd. Het spreekt ons van een totaal gekruisigd ik-leven.

Hebreeën 12:1-2: “Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt,

2terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God”.

Hoe meer wij op Jezus zien in onze overgave aan Hem, hoe minder ons hart kan worden gevuld met de dingen van deze wereld, met haar zonde en ongerechtigheden.

God zoekt door de Geest gedreven voorbidders.

God zoekt voorbidders in deze laatste dagen; zij, die willen bidden, door niets anders gedrongen, dan alleen door Zijn Geest. Hij zoekt door de Geest gedreven voorbidders! Dat zijn zij, die dat voortreffelijke wapen in hun hand hebben: de kracht van de Heilige Geest. Er is geen ander ding, dat redden kan, dan de dienst van gebed en voorbede tot God. Het is de plicht van de Gemeente van de Here Jezus Christus om in de laatste dagen in deze bediening gevonden te worden. Dit zijn de mensen, die God zoekt, die het teken van God aan hun voorhoofden hebben, die geroepen zijn tot de bediening, die het meest voor-treffelijke is, ook in de Tempel daarboven. Het gouden wierookaltaar is het laatste object in het geestelijk Heiligdom. Dáár moet de Gemeente in de laatste dagen gevonden worden; daar zal zij gelijkwaardig gemaakt worden aan haar Hogepriester in de hemel, aan Hem, die iedere dag voor ons bidt. Dat niemand verzake! Daar zullen wij allen gekomen zijn met dat allervoortreffelijkste wapen van voorbede. Dit maakt, dat wij tot de mannelijke stature van Christus komen.

Onderzoekt de Bijbel, gelooft de Bijbel en vreest God, en u zult zien, dat God geen genoegen neemt met geestelijke baby’s, met het kind-blijven in de Here. Hij roept u en mij tot de volle wasdom, tot de mannelijke stature in Christus. Nogmaals: Deze boodschap geldt allen: ouden, jongen, vrouwen en kinderen, vaders en moeders. Niemand, dit tot het volk van God behoort, kan zich onttrekken aan deze onverbiddelijke eis van God. Alleen als wij hieraan voldoen, is het mogelijk om te volharden tot het einde toe.

Kinderen Gods van onze tijd leven niet in ernst en voorzichtigheid.

Vele kinderen Gods wandelen in deze dagen niet met die zo hoog nodige ernst met betrekking tot hun geestelijk leven, en zij onderkennen niet, hoe subtiel de werkingen van de duivel zijn om hen af te houden van de glorie van God, waardoor God Zijn weg niet kan hebben in hun leven. Hoeveel mensen zijn onachtzaam, terwijl zij toch de volle gelegenheid hebben om God te dienen in alle dingen.

In Amerika was ik in het huis van een oude Pinksterfamilie. Deze mensen waren vrij in alles. En waarempel hadden zij zich alweer een hond aangeschaft. Vroeger was zo’n dier dikwijls voor hen een verhindering geweest om erop uit te gaan. De buurvrouw moest worden lastig gevallen om zich te ontfermen over hun hond, kanarie en planten. Al deze dingen zijn wonderbaar, maar zij vragen zorg en attentie in ons leven. Op een gegeven moment was de hond hun ontglipt en werd aangereden en gedood door een auto. Wat een genade, dat die broeder kon zeggen: “Ik geloof toch wel, dat dit de weg van de Here is. Mijn hart was te veel gelegd op die poedel”.

Zo is het met vele dingen in ons leven. Wij zijn kinderen Gods om niet meer te rade te gaan met hetgeen WIJ willen in ons leven, maar om ons af te vragen, wat DE HERE wil; dat wij doen zullen. Wij klagen dikwijls over te weinig geestelijke voorspoed in ons leven; wij willen méér. Maar wij vergeten ons af te vragen: Wat is voor God een verhindering om ons méér te kunnen geven? Jezus wil! Gods Woord verandert niet, dat ons zegt, dat Hij is gekomen om ons het leven te geven en de overvloed. Maar hoe schromelijk komen WIJ te kort aan die overvloedige genade van God! God vraagt ernst in ons dienen van Hem!

God neemt het ons niet kwalijk, als wij genieten van de dingen, die God ons gegeven heeft; dit doende, leven wij niet in de zonde. Ons verzuim ligt hierin, dat wij niet met Hem beginnen. Wij moeten Hem kennen in alles, Hem laten prevaleren in ons leven. Wij moeten Zijn Woord altijd en overal geldend maken. Dit doende, zullen wij gelukkig in Hem leven; er is geen geluk buiten Christus!

Neem Gods Woord daarom voor wat het is, want Hij zal doen, wat Hij heeft gezegd.

Als wij schijnbaar met Hem leven, maar altijd blijven weigeren met argumenten en excuses, kan Hij ons leven niet opvoeren, waardoor ons leven geen vrucht kan voortbrengen.

Stop ook met het blikken op hetgeen u vroeger was, hoe wonderbaar u vroeger in Christus ook moge zijn geweest. Hoe is het NU met u gesteld? Is Hij nòg zo wonderbaar voor u? Kan Hij nu nog komen in de heerlijkheid van Zijn opstandingskracht in uw leven om dit Goddelijk teken op uw voorhoofd te stellen?

De tijd is ernstig in onze dagen en de tijden worden nog ernstiger. Gods oordelen zullen zwiepen over deze aarde. Zo de Here ons laat leven, zullen wij aan den lijve gevoelen, wat het zeggen wil, om straks te komen aan dat 10-statendom in Europa, dat uitkijkt naar die éne man, die Jezus Christus niet is, maar de antichrist. Deze zal zijn teken geven aan rechterarm of voorhoofd. En déze getekenden zullen niet ontkomen aan de wraak van de levende God!

Verzuimen wij ons leven te leggen op het brandofferaltaar van God, dan komt de duivel ons leven binnensluipen; namelijk dáár, waar wij altijd blijven uitstellen. Laat ons daarom ons leven aan Hem overgeven. Hij begint met ons op Calvarie; daar is dood, maar óók opstanding. Zo kan Hij van ons wierokers en voorbidders maken, wier leven niet wordt beheerst door een egoïstisch “Geef mij!” maar door een overgedragen, lijdzaam “Maak mij!” Zo zal Hij ons leven vruchtbaar maken overeenkomstig Zijn roeping en Woord.

Schriftuurlijke voorbeelden van voorbidders.

Een Bijbels voorbeeld was Abraham. U kunt in Genesis 18 lezen van zijn voorbede in verband met de vernietiging van Sodom en Gomorra en het leven van zijn neef Lot.

Wij lezen in Genesis 19:22 een wonderbaarlijk feit; namelijk, dat de Here tot Lot zei: “Haast u, behoud u derwaarts; WANT IK ZAL NIETS KUNNEN DOEN, totdat gij daarheen ingekomen zijt”.

De Almachtige God kon niets doen! Waarom? Omdat daar een man in de bres stond met voorbede voor Sodom. De Here heeft Zich door Abraham laten verbidden aangaande Lot en de zijnen. Een Almachtige God kon daardoor niets doen, ziende op een kind van Hem, dat weet te bidden. Is dit niet iets wonderbaars? En God is Dezelfde; Hij is niet veranderd. Hij zal dit ook van ons zeggen, als wij ons laten betrekken in de dienst van voorbidding, in de bediening van het gouden reukofferaltaar. God houdt rekening met onze voorbede!

U kent het geval van Mozes, die van de berg naar beneden kwam en het gouden kalf zag. Wat een zonde voor Gods ogen! God zeide: “Ik zal dit volk verdoen van de aarde!” God is geen mens, dat Hij liegen zou. Als Hij van dit volk er later 23.000 velde op één dag, zou Hij ook hier niet anders gehandeld hebben, dan zoals Hij zei.
Maar het was Mozes, die in de bres ging staan, zeggende: “Here, delg mijn naam uit het Boek des Levens”. Hebt u wel eens stilgestaan bij dit gebed? Mozes wilde daarmee niets ander zeggen en niets minder bedoelen, dan wat hij waarlijk bad: “Doe mijn naam weg uit het Boek des Levens, laat mij in de verdoemenis gaan, om der wille van de redding van uw volk!” Mozes verloochende zich totaal, opdat anderen gered zouden mogen worden. Hoezeer geleek hij op Gods Zoon, Die dit later inderdaad zou doen. Hierop ziende, zei God: “Mozes, Ik heb uw gebed verhoord. Ik zal mijn volk verschonen!”

Wat een bediening om te mogen bidden en bovenal om te mogen aanbidden. God zoekt voor deze bediening diegenen, die zuchten en bidden vanwege de menigvuldige gruwelen, waartussen zij zich bevinden. De Geest van God wil zo Zijn werk in u en in mij doen, tot Hij ons heeft gebracht tot dàt punt, waarop Hij door ons kan bidden met onuitsprekelijke verzuchtingen (Romeinen 8:26).

Dàn staan wij in de waarachtige bediening van voorbidding. De Geest van God kan ons dan gebruiken als levende kanalen om tot God te bidden. Als wij dit weten, zullen wij dan nog langer schromen?

U vraagt: “Hoe kom ik tot dat punt?” Als u getrouw bent in het gebed en in de Gemeentelijke bidstonden. U kunt zich niet voorstellen, wat de kracht is van een Gemeente, die weet te bidden. Een biddende Gemeente durft van God wonderen en tekenen in haar midden te eisen. Wij durven dit niet, omdat wij van onszelf weten, dat wij de kracht van God missen om wonderen en tekenen te claimen. Hoe vaak ontbreekt de getrouwheid in de dienst van de Gemeentelijke bidstonden.

Gods geestelijke Israël is nog vol met gruwelen.

Waarlijk, het tekort in de dagen van Ezechiël is óók het tekort van onze dagen.

Ezechiël 18:30-32: “Daarom zal Ik u berechten, huis van Israël, ieder overeenkomstig zijn wegen, spreekt de Heere HEERE. Keer terug en bekeer u van al uw overtredingen, dan zal de ongerechtigheid u geen struikelblok worden. Werp al uw overtredingen, waarmee u overtreden hebt, van u af en maak u een nieuw hart en een nieuwe geest. Waarom zou u sterven, huis van Israël? Ik schep immers geen behagen in de dood van een stervende, spreekt de Heere HEERE, dus bekeer u en leef!”

Dit Woord is zó positief, dat het benadrukt, wat God in Ezechiël 9 als opdracht heeft gegeven: “Doodt allen, die niet gevonden worden met het teken aan hun voorhoofd, maar spaart hen, die dit teken dragen, beginnende bij Mijn Heiligdom”.

Het oordeel van God begint altijd bij het Huis van God. Hij begint bij u en bij mij. Als Hij Zijn Huis heeft gericht, het heeft gereinigd en gelouterd, zo zullen Zijn vurige en rechtvaardige oordelen gaan over deze God hatende en antichristelijke wereld…

De zeven gruwelen in Gods ogen.

Thans vragen wij ons af: Welke gruwelen zien wij vandaag de dag? De gruwelen van vroeger zijn ook de gruwelen van nù.

Spreuken 6:16-19: “Deze zes haat de HEERE, ja, zeven zijn een gruwel voor Zijn ziel: hoogmoedige ogen, een valse tong en handen die onschuldig bloed vergieten, een hart dat zondige plannen smeedt, voeten die zich haasten om naar het kwade te rennen, een valse getuige die leugens blaast, en die tussen broeders twisten teweegbrengt”.

Ook onze tijd kent deze gruwelen.

Hoge ogen

Hiermede bedoelt God, dat men uit veler ogen de hoogmoed speurt. Deze uitspraak doelt op intense hoogmoed: één van de drie, waarvan Johannes zegt, dat zij uit de wereld zijn en niet uit de Vader. In de Bijbel staat geschreven, dat hoogmoed voor de val komt. Deze zonde komt rechtstreeks voort uit het hart van Lucifer, van satan: “Ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen...Ik zal de Allerhoogste gelijk worden”

(Jesaja 14:13-14).

Drift heeft hoogmoed als wortel!

Een valse tong

De tweede gruwel, waarvan hier sprake is, is een valse tong, een liegende tong. Weet u wel, dat alle leugenaars terecht komen in de poel van vuur?

Openbaring 22:15: “Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet”.

Een vals getuigenis geven is óók liegen, maar men is zich dit niet een bewust, zo gemakkelijk doet men dat.

Handen, die onschuldig bloed vergieten.

God noemt handen, die onschuldig bloed vergieten, schuldig. En wat denkt u van abortus provocatus? Om niet van moorden te spreken, die tegenwoordig schering en inslag zijn. Zelfs het gebruik van de pil moet men tot de eerste moorden rekenen.

(Eigen noot: de pil doodt niets, mijn inziens)

Ondeugdzame gedachten

In Genesis 6:5 staat er geschreven: “En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren”.

Boze gedachten, dat zijn ondeugdzame gedachten: gedachten die afwijken van de deugdzaamheid in Christus. Zodra wij afwijken van wat de apostel Paulus ons voorhoudt:

“Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn”

(Kolossenzen 3:1-2) komen die onverstandige overleggingen in ons hart, die boos zijn in Gods ogen.

Voeten, die zich haasten om kwaad te doen.

Dit is de 5^e uit de rij van gruwelen. Ook als u zogezegd op huisbezoek bent geweest en dit bezoek hebt misbruikt om anderen te belasteren, zijn uw voeten snel geweest om kwaad te doen. Velen doen zo. Doet het niet! Laat het zijn, zoals God zegt in het Nieuwe Testament: Wij kunnen weduwen en wezen bezoeken, en onszelf bewaren in de reinheid van Gods Woord. Weest geen evangelist, ouderling of werker van God, die er graag op uittrekt om zusters te bezoeken, als hun man op het werk is. God wil dat niet. God zegt: “Vermijdt alle schijn des kwaads”.

Een vals getuigenis geven

God haat ook deze gruwel. Zovelen in Pinksteren getuigen: “Je moet tienden betalen; die zijn Zijn eigendom!” Maar zelf betalen zij geen tienden. Zo’n getuigenis is vals.

Velen getuigen van Jezus, dat Hij de Geneesheer is, maar zelf slikken zij dragees, pillen en poeders. Dit is geen waar getuigenis. Zo’n getuigenis is vals. Hoe kan ik, als ik mij laat opereren, zeggen: “Ik geloof, dat de Heiland mijn Heelmeester is”? Dat is een ongerijmdheid. Van Petrus’ schoonmoeder staat geschreven, dat zij genezen werd, opstond en allen diende. Dat was Goddelijke genezing. Tegenwoordig hoort men zeggen: “Het is wonderbaar, zoals de Here de hand van de chirurg heeft geleid!” God heeft voor genezing geen chirurg nodig. Lees de Bijbel en wordt overtuigd. Er staat geschreven van de nacht, waarin de Israëlieten verlost werden door het bloed van het Paschalam: “En onder hun stammen was niemand die struikelde” (Psalm 105:37). Zij waren allen kerngezond gemaakt. God is God en Hij verandert nooit. Als wij tekort schieten in het claimen van God, ligt het dus aan ons. Vaak doen wij niet, wat Hij zegt en wij durven daarom niet te claimen. Zijn wij ziek, dan zijn wij bang om te sterven, omdat wij dan sterven in ongeloof.

(zware boodschap, heel gevaarlijk om dit te verkondigen. Heb het ooit meegemaakt dat het aan een zieke Christen verboden werd, om naar de dokter te gaan, met verschrikkelijke gevolgen !!! (Danny)

Wie vielen er in de woestijn? Zij die ongehoorzaam waren, die niet durven vasthouden aan Gods inzettingen en geboden. Als wij bang zijn om te sterven, als God ons naar huis roept, is dat het bewijs, hoe verkleefd wij nog zijn aan deze wereld, aan vlees en aan bloed. Paulus zei: “Ik verlang naar huis, maar het is u nut, dat ik blijf”.

Dat de Geest van God ons brenge tot deze mannelijkheid in Christus!

De laatste gruwel: herrie stoken tussen broeders.

Zo dikwijls zeggen velen: “Wij moeten toch altijd de waarheid spreken”. Maar de Prediker zegt: “Spreken is zilver, zwijgen is goud” (Er is een tijd om te zwijgen, en een tijd om ter spreken” Prediker 3:7). Wij leren hier de les, dat wij niet altijd moeten spreken, ook al is dat waar. Wij moeten met die zogenaamde waarheid de broeders niet tegen elkaar opstoken. Laat ons toch leren om te zwijgen, vooral als wij weten, wat het gevolg van dat spreken kan zijn. En leert de Here ons niet om de waarheid in broederlijke liefde te betrachten?

Besluit

God spreekt hier van de zonden van Zijn Heiligdom. Wie kan door de Heilige Geest gevonden worden om in de bres te staan voor dit Heiligdom van God? Een voorbede van Mozes in de kracht van de Geest van God redde een volk van miljoenen; God verschoonde het volk van Israël!

Laat ons toch door de Heilige Geest leren naderen in voorbede tot God met gezucht en geroep voor Zijn geestelijk Israël, opdat Hij Zijn Gemeente genadig zij om Zijn grote Naams wil en Hij haar niet in de ban sla.

Moge de Liefde van de Grote Herder van Gods geestelijk Israël veler hart vervullen met Goddelijke voorbede tot Goddelijke verschoning en begenadiging tot ere van Zijn onvolprezen Naam!

Amen.

www.eindtijdbode.nl

-------------------