DE SCHATTEN DER WIJZEN
ERBIJ BETROKKEN ZIJN
Bij
het herdenken van de komst van Jezus Christus naar deze wereld kan
zich de vraag aan ons opdringen of en hoe wij bij dit gebeuren
betrokken zijn. Toen Hij geboren was, hebben ongetwijfeld velen er
bij gerucht van vernomen. Van enige weinige personen staat echter
vermeld, dat zij de beloofde Zoon ook werkelijk gezien hebben. Tot
welke groep kunnen wij onszelf rekenen? De Bijbel verhaalt over de
“wijzen uit het Oosten”, die de ster van Jezus “in de opgang”
hadden gezien en die met deze boodschap aankwamen te Jeruzalem. Veel
wordt ons niet verteld over deze wijzen. Dezelfde waas van
geheimzinnigheid die hun verschijning toen omgaf, is er ook nu. Toch
is er één ding zeker. Zij waren meer betrokken bij de komst van de
Zaligmaker dan de meeste mensen uit het Judea van die dagen. Niet in
het minst omdat zij Hem iets schonken van zichzelf. Zij vereerden Hem
met geschenken. “En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het
Kindeke met Maria, Zijn moeder, en neder vallende hebben zij hetzelve
aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem
geschenken: goud, en wierook, en mirre” (Matteüs 2:11).
WIE WAREN DEZE WIJZEN UIT HET OOSTEN?
Wat een opschudding moet dat gegeven hebben in Jeruzalem, toen deze eerbiedwaardige mannen van raadselachtige herkomst zich aldaar aandienden! En met welk een boodschap kwamen zij! Zij kwamen als het ware uit de hemel nederdalen. Wellicht letterlijk, want “het Oosten”, zijnde de plaats van de opgang der zon, is een oude aanduiding voor de hemelse streken. Ongetwijfeld waren het geen sterrenwichelaars, zoals de gangbare mening wil. Want door dezulken laat God Zich geen eer bewijzen! Bovendien is er alle reden voor om te geloven, dat het geen gewone ster (of conjunctie van sterren) was die zij gezien hadden. Vele eeuwen eerder profeteerde Bileam: “Er zal een ster voortgaan uit Jacob, en er zal een scepter uit Israël opkomen” (Numeri 24:17). Deze ster was Christus. Het was de glans van Zijn heerlijkheid. Deze ster was de lichtglans van Goddelijke majesteit, de heerlijkheid die de Zoon bevat, eer de wereld was (Johannes 17:5). Het was evenals het shekinah-licht boven de Ark des Verbonds in Israëls Tabernakel een manifestatie van de Goddelijke tegenwoordigheid. De wijzen hadden dit Licht gezien “in het Oosten”, d.w.z. “in de opgang” (de letterlijke vertaling van het hier gebruikte Griekse woord “anatolé). In de plaats van het rijzen van het licht, in de hemel van God, had deze “Ster” geschitterd boven alle andere, Die nu als “het Licht der wereld” verscheen op aarde. En daar, in de hemel, hadden deze “waarnemers van het Oosten” hem gezien in de heerlijkheid die Hij van den beginne aan had. Zij kwamen zelf uit die hemel. Zij waren gezanten van God, hemelse getuigen of waarnemers (het van oorsprong Perzische woord “magos”, gebruikt in de Griekse grondtekst, betekent “waarnemer”).
Nochtans
waren het mensen, zoals u en ik, en daarom voorbeelden voor ons,
zoals wij zullen zien. Het is zeer wel mogelijk, dat deze wijzen,
Henoch, Mozes en Elia waren, de enige drie heiligen die vóór
Christus lichamelijk in de hemel opgenomen zijn. Zij zijn sindsdien
bijzondere gezanten van God, zo leren wij uit de Schrift (Matteüs
17, Openbaring 11). Na de geboorte van Jezus Christus kwamen zij naar
Jeruzalem om in deze “stad des groten Konings” (Psalm 48) de
geboorte van de grote Koning bekend te maken. De wijze waarop zij dit
deden, heeft wonderlijk veel gemeen met de vragende vorm die Christus
zelf later menigmaal bij het leren gebruikte.
GESCHENKEN VOOR JEZUS
Ontegenzeggelijk is dit een boeiende geschiedenis. Maar laat het méér voor ons zijn. Christus’ komst naar deze wereld is immers ook méér dan een boeiend verhaal! De Joden in die dagen verwonderden zich over hun herkomst en boodschap. Laten wij ons heden meer bepalen bij de geschenken die zij Jezus brachten. Want ook deze schatten zijn vol van schone symboliek. Wat was er verborgen in hun schatkisten? Wat brachten zij voort uit “de goede schat huns harten”? In Matteüs 12:35 zegt Jezus: “De goede mens brengt goede dingen voort uit de goede schat des harten”. Welke rijkdommen brachten de levens van deze “wijzen” voort, waarmede zij hun Zaligmaker hebben geëerd? Het is belangrijk, dat wij kunnen zeggen, dat Jezus Christus niet alleen in de wereld, maar ook in ons eigen leven gekomen is. Alleen dan zullen wij die grote blijdschap deelachtig zijn, die verbonden is aan Zijn komst. De blijdschap van het aanschouwen van uw en mijn Verlosser en Zaligmaker. En nog heden wil Hij binnenkomen, wanneer wij de deur van ons hart opendoen voor Hem! Doch moge het dan ook zo zijn, dat uw van dankbaarheid overlopend gemoed volvaardig zal zijn om deze Jezus te geven en te eren met geschenken die Gode aangenaam zijn, gelijk deze wijzen van het Oosten!
“MESSIAANSE LEVENS”
Ziehier
de geschenken, waarmede wij Hem waarlijk eren en verblijden: goud,
wierook en mirre, kostbaarheden die stuk voor stuk waarde hebben voor
de eredienst van God.
“Goud” spreekt van een leven
vol des Heiligen Geestes. Wij kunnen ook zeggen: een leven in de
kracht en de geest van een Elia, die vurige en trouwe strijder voor
God. Is het niet droevig dat zovele Christenen nimmer komen tot een
volledige overgave aan Christus, waardoor de Heilige Geest hen niet
kan vervullen. Elia had zijn leven niet lief. Daarom kon God Zich zo
machtig door hem openbaren. Zodanig, dat wij nu nog spreken van “de
God van Elia”! Laat ons begeren om met dezelfde kracht te worden
aangedaan, opdat wij onze Verlosser met het ware “goud” zullen
mogen tegemoet gaan.
Als tweede geschenk wordt wierook
genoemd. Deze wierook wijst op een aanbiddend leven. Een leven waarin
de aanbidding van God en de gemeenschap centraal staat. De Vader
zoekt ware aanbidder, die Hem aanbidden en dienen in geest en in
waarheid (Johannes 4). De gedacht die aan de wierook verbonden is,
bepaalt ons bij het leven van HENOCH. Van hem staat kort, maar
veelzeggend, dat hij wandelde met God. Dit is waarmee ook wij vandaag
onze Heer moeten eren. Een leven dat zo waarachtig aan Hem toegewijd
is, dat er geen enkel ander streven meer in gevonden wordt. Wij
zullen dan mogen ervaren wat het zeggen wil, dat de Here ons “tot
Zich neemt”. Halleluja.
De derde schat bleek mirre te
bevatten, dat welriekende doch bitter smakende kruid. Het woord
betekent trouwens “bitter”. Deze mirre heeft dan ook betrekking
op bitterheid. Oftewel op een gekruisigd leven, waarin het vlees en
de eigen wil heeft afgedaan. Hoe waarachtig getuigt het leven van die
derde man van wie wij weten, dat hij levend opgenomen is in de hemel,
namelijk MOZES, van vlees dat gekruisigd is en van een geheel
gekruisigde wil! Wat heeft deze Mozes in zijn leven en zijn bediening
moeten verdragen! Hij werd door zijn eigen volk gekruisigd. Maar
aanvankelijk nog driftig van aard kreeg hij toch later van God Zelf
het getuigenis, dat hij de meest zachtmoedige man op aarde was. Als
de middelaar van het Oude Verbond is hij één van de schoonste typen
van Christus. En hoe zinvol in verband met ons onderwerp, is het, dat
Hebreeën 11:26 van hem getuigt, dat hij de versmaadheid van Christus
meerdere rijkdom achtte te zijn, dan de schatten van Egypte!
DE BRUIDSGEMEENTE
“Waarmede
zal ik de Here tegenkomen, en mij bukken voor de hoge God?” Die
vraag stelde zich eenmaal een andere dienstknecht des Heren, die ook
leefde in de verwachting van de komst van Zijn Zaligmaker. Hij heeft
een boodschap ook voor ons vandaag. Lees Micha 6:6-8. De “wijzen”
schonken hun Here, in de dagen dat zij leefden op aarde. De enige
kostbaarheden waarmede wij mensen, Hem waarlijk eren en verblijden.
De schatten die zij Hem bij Zijn komst naar deze wereld brachten,
zijn er een afspiegeling van.
In de laatste dagen zal er een
Gemeente zijn, die de Here, als Hij wederkomt, dezelfde wonderbare
schatten zal aanbieden – de Bruidsgemeente. Zult u tot deze ware
aanbidders behoren of zult u “buiten” blijven staan?
Bron: H.Siliakus "Uit de Tempelbode".
-----------------------------
Reacties
Een reactie posten