Wat niemand weet van de Titanic

Evangelist John Harper werd in 1872 geboren uit godvrezende ouders en kwam op dertienjarige leeftijd tot bekering en heeft sindsdien nooit meer de wereld liefgehad en voor haar geleefd. Toen hij achttien werd, wist hij dat God een speciale roeping voor hem had. Op zijn werk sprak hij over het Evangelie met iedereen die naar hem wilde luisteren. Na zijn werk stond hij dikwijls op een hoek van een straat om Christus bekend te maken. John werd verteerd door het Woord van God en was bezet met een diepe passie voor zielen.

Zijn eerste Gemeente te Glasgow groeide van slechts 25 naar meer dan 500 leden in een periode van 13 jaar, toen hij daarvandaan ging. Hij stond bekend om zijn intense gebedsleven. Sommige nachten bracht hij biddend voor zijn Gemeente door. Dan liep hij aanhoudend heen en weer terwijl hij de honderden namen van de Gemeenteleden opnoemde. Hij preekte zo eenvoudig mogelijk en zei dat hij alleen over Gods Woord wilde spreken.

Hij ontving een uitnodiging van de Moody Church te Chicago om een reeks diensten te komen houden. Het was een moeilijk besluit voor zijn gemeente in London om hun voorganger drie maanden los te laten. Een zekere Robbert English pleitte bij Harper om deze bootreis niet te maken en vertelde hem wat voor akelig voorgevoel hij over een naderende ramp had gekregen, tijdens zijn stille tijd. Hij bood hem zelfs aan om een nieuw ticket te kopen als Harper bereid was om deze reis uit te stellen. Maar Harper voelde zich sterk gedrongen om toch te gaan. Er was een tweede klas kajuit geboekt voor de prijs van 33 pond en Harper begon te pakken. Zijn zesjarige dochter Nina zou meegaan, vergezeld door juffrouw Lessie Leitch die kindermeisje zou zijn voor Nina. Zijn vrouw was overleden bij de geboorte van het kind. De overtocht naar de oceaan zou per boot zijn en dat nog wel met de eerste reis van het grootste passagiersschip ter wereld, de Titanic, die op 10 april 1912 uit Southampton zou vertrekken.

Aan boord
Op deze luxueuze oceaanstomer waren vele rijke en beroemde mensen. Het was het grootste en mooiste schip uit zijn tijd. Op zondagavond, de vierde dag van de reis, liep Harper met zijn dochter Nina en Leitch op het dek om het avondrood van de zonsondergang in het westen te bewonderen. Harper zei: "Morgenochtend zal het prachtig weer zijn." Eerder die dag had hij nog verschillende mensen over Christus verteld. Twintig minuten voor middernacht schrokken ze wakker toen de Titanic een grote ijsberg trof. Daarna scheurden er vijf luchtkamers open en stroomde het zeewater binnen.

Juffrouw Lessie Leitch uit London werd door John wakker gemaakt. Ze greep de slapende Nina uit haar kooi en nam haar mee naar boven, slechts gekleed in haar nachtjapon en in een deken gewikkeld. Toen het echter duidelijk werd dat het schip zou gaan zinken, nam John Harper zijn dochtertje Nina en Jessie naar de reddingssloep om een plaatsje voor hen te krijgen. Voor hem als weduwnaar zou het eenvoudig zijn geweest om ook een plaats in de reddingsboot te krijgen, maar hij had dit niet gedaan. Hij reikte zijn kinderen over, kuste hen gedag in de hoop hen nog te zien. Toen het schip zonk, waren Nina en Jessie veilig in reddingsboot nr. 11. Nina zat op schoot bij haar tante die het kind in haar eigen kleren had gewikkeld en zelf de kou verduurde tot er hulp kwam. Ze zouden pas in New York te horen krijgen dat John verdronken was. Nog vele jaren heeft Nina niet kunnen spreken over deze nacht, maar voor haar sterven in 1986 vertelde hoe duidelijk zij zich kon herinneren dat de lichten van het schip uitgingen en hoe ze de stervende mensen had horen gillen.

Harper

Men vertelt dat Harper, toen het achterstuk van het schip reeds in de lucht stak, dat hij over het dek klauterde en riep: "Vrouwen, kinderen en onbekeerde mensen, ga in de reddingsboten!" Enkele minuten later begon het in het kolossale schip gevaarlijk te kraken toen het enorme vaartuig doormidden brak. Op dat moment sprongen veel mensen in paniek overboord en kwamen in het ijskoude water in de donkere nacht terecht en poogden weg te komen van het zinkende schip. John Harper was één van de mensen die in het ijskoude water tuimelde om in de koude oceaan te verdrinken.

In deze nacht kwamen 1523 mensen in het water terecht. John Harper trok zijn reddingsvest uit en gooide het naar een andere man en riep: "Hier, u hebt het harder nodig dan ik." Hij zwom als een opgejaagd dier door het ijskoude water van de ene drenkeling naar de andere om hen de redding van God nog aan te bieden en het tot Christus te leiden voordat de onderkoeling hen noodlottig zou worden. Overlevenden berichtten dat hij tegen iedereen die het wilde horen had getuigd en zo was hij bijna een uur lang bezig geweest, drijvend op een plank en roepend tot de angstige drenkelingen om hen te troosten.

Herdenking
Vier jaar later tijdens een bijeenkomst van de overlevenden in een kerk in Hamilton in Canada, stond er een jonge Schot op. Hij had tranen in de ogen en vertelde hoe John Harper hem op de laatste ogenblikken nog tot Christus had geleid. Hij zei: "Ik was ook op de Titanic in de nacht dat deze zonk. Ik kwam in het water terecht en kreeg het voor elkaar om me aan iets vast te houden. Ineens bracht een golf een man naar me toe. Dat was John Harper van Glasgow. Hij hield zich ook vast aan stuk drijvend materiaal en riep: 'Man, ben je gered?' 'Nee, ik niet' riep ik terug. Hij schreeuwde: 'Geloof dan in de Heere Jezus Christus en je zult behouden zijn.'

De golven zogen hem weer weg, maar een tijdje later spoelde hij opnieuw naar me toe. 'Ben je nu gered?' vroeg hij weer. 'Nee,' antwoordde ik. 'Geloof dan in de Heere Jezus Christus en je zult gered zijn'. Daarna verloor hij de greep op het stuk hout en zonk onder water. En daarna in de nacht, met bijna vier kilometer water onder me, heb ik mezelf mogen toevertrouwen aan mijn Redder.
Ik was de laatste bekeerling van John Harper."



-------------------------------------



Reacties

Populaire posts van deze blog