GODS EIGENSCHAPPEN: HIJ IS MEER DAN LIEFDE ALLEEN!

Rechtvaardig/Gerechtigheid

Psalm 145:17 “De Here is rechtvaardig in al Zijn wegen, goedertieren in al Zijn werken.”

Genesis 18:25 “zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?”

Jesaja 5:16 “Maar de Here der heerscharen wordt verhoogd door recht en de heilige God wordt geheiligd door gerechtigheid.”

Nehemia 9:33 “Maar Gij hebt het recht aan uw zijde in alles wat ons overkomen is, want Gij hebt trouw betoond, doch wij hebben goddeloos gehandeld.”

I Johannes 1:9 “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”

Deuteronomium 32:4 “de Rots, Wiens werk volkomen is, omdat al zijn wegen recht zijn; een God van trouw, zonder onrecht, rechtvaardig en waarachtig is Hij.”

Rotssteen

Deuteronomium 32:4 “de Rots, Wiens werk volkomen is, omdat al zijn wegen recht zijn; een God van trouw, zonder onrecht, rechtvaardig en waarachtig is Hij.”

Jesaja 26:4 “Vertrouwt op de Here voor immer, want de Here Here is een eeuwige rots.”

Psalm 18:32 “Want wie is God behalve de Here, wie is een rots buiten onze God?”

Schepper van alle dingen

Openbaring 4:11 “Gij, onze Here en God; zijt waardig te ontvangen der heerlijkheid, de eer en de macht; want Gij hebt alles geschapen, en om uw wil was het en werd het geschapen.”

Handelingen 4:24 “En toen dezen het hoorden, verhieven zij eenparig hun stem tot God en zeiden: Gij, Here, zijt het, Die geschapen hebt de hemel, de aarde, de zee en al wat daarin is;”

Handelingen 17:25 “en laat Zich ook niet door mensenhanden dienen, alsof Hij nog iets nodig had, daar Hij zelf aan allen leven en adem en alles geeft.”

Romeinen 11:36 “Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen.”

I Korintiërs 8:6 “voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn en tot Wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn, en wij door Hem.”

Efeziërs 3:9 “en in het licht te stellen (wat) de bediening van het geheimenis (inhoudt), dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de Schepper van alle dingen,”

Kolossenzen 1:16, 17 “want in Hem zijn alle dingen geschapene, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;”

Soeverein

Daniël 4:35 “Ja, alle bewoners der aarde worden als niets geacht; Hij doet naar Zijn wil met het heer des hemels en de bewoners der aarde: en niemand is er, die Zijn hand kan weerhouden of tot Hem zeggen: wat doet Gij?”

Romeinen 9:20-21

Jesaja 45:9 “Wee hem die met zijn Formeerder twist, een scherf onder aarden scherven. Zal ook het leem tot zijn vormer zeggen: Wat maakt gij? Of uw werk: Hij heeft geen handen?”

Efeziërs 1:11 “in Hem, in Wie wij ook het erfdeel ontvangen hebben, waartoe wij tevoren bestemd waren krachtens het voornemen van Hem, Die in alles werkt naar de raad van Zijn wil,”

Sterkte

Psalm 18:2 “Hij zeide: Ik heb U hartelijk lief, Here, mijn sterkte,”

Jeremia 16:19 “Here, mijn sterkte en mijn burcht, mijn toevlucht ten dage der benauwdheid, tot U zullen volken komen van de einden der aarde en zeggen: Enkel leugen hebben onze vaderen bezeten, nietigheid, waaronder niet één, die baat kon brengen.”

Toornig

Psalm 7:12 “God is een rechtvaardig Rechter en een God, Die te allen dage toornt.”

Psalm 90:7 “Want wij vergaan door Uw toorn, door Uw grimmigheid worden wij verdelgd;”

Psalm 90:11 “Wie kent de sterkte van Uw toorn, en uw verbolgenheid, naardat Gij te vrezen zijt?”

Johannes 3:36 “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.”