KERST 2020 (1)

Het kind, dat er altijd al was.


De lijst van opvattingen over Jezus van Nazareth is lang. Voor velen is Hij niet meer dan de stichter van een godsdienst zoals Boeddha, Confucius of Mohammed. Anderen zien Hem als een sociaalrevolutionair, die enkel en alleen een beter maatschappij wilde scheppen. Menigeen bewondert Hem als een idealist, als wonderdoener of als genie van de mensheid. Wij zouden ons daarmee niet tevreden moeten stellen, maar de beste informatiebron opzoeken, die er over Jezus is: Zijn eigen boek, de Bijbel.


En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou, en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg” (Lukas 2:6-7)


...en (Jozef) gaf Hem de naam Jezus” (Matteüs 1:25)


Een eigenaardige geschiedenis


Een echtpaar moet gedwongen een vermoeiende reis maken. De jonge vrouw is hoog zwanger. Nauwelijks hebben ze na dagen een onderkomen gevonden, of het kind wordt geboren, hun eerste zoon. De zuigeling komt niet thuis ter wereld, maar in een herberg respectievelijk in de aangrenzende stal ervan, omdat alle kamers bezet zijn.
Er is geen wiegje en dus legt men de pasgeborene in een voederbak. De zoon krijgt de naam Jezus. Nauwelijks iemand neemt notitie van Zijn geboorte, nauwelijks iemand in Bethlehem
en al helemaal niet in het toenmalige wereldrijk Rome.
En toch zou de naam van deze mens de beroemdste en betekenisvolste van de wereldgeschiedenis worden, de belangrijkste persoonlijkheid van alle tijden. Hij stelt alle koningen en machthebbers, veldheren en helden, sterren, uitvinders en politici ver in de schaduw. Niemand heeft de wereld zo duurzaam in beweging gebracht en beïnvloed als dit Kind. Vandaag noemt meer dan een miljard mensen zich “Christen” en zij vieren allen op dezelfde tijd
Kerstfeest, ter herinnering aan de geboorte van Christus. Wat steekt daar achter?
In ieder geval is Jezus het waard,
dat men zich met Hem bezighoudt. Men moet niet ongemerkt aan Hem voorbijgaan; wie dat doet, zou het grootste missen. Dit gevaar bestaat nu juist met Kerst. In deze tijd van herinnering aan de geboorte van Jezus zijn de mensen zo druk, dat voor de hoofdzaak geen tijd meer overblijft. Men viert Kerstfeest, maar zonder Jezus. Dat is net als wanneer men de verjaardag van een geliefd medemens zou vieren, zonder zelf naar hem toe te gaan, zonder een kaart te schrijven, zonder zich te laten uitnodigen. Men viert eenvoudig uit traditie, zonder enig verband te leggen met de hoofdpersoon.

Ik hoorde eens de volgende treurige gebeurtenis: familie en vrienden waren voor de doop van een kind uitgenodigd. Na de doop wilde men bij de ouders van het kind dit feestelijke feit nog wat vieren. Terwijl alles tamelijk hectisch was en de huisvrouw nog wat had te doen, legde zij de baby snel op het ouderlijke bed. De gasten kwamen binnen, er werd druk gepraat en toen de garderobe al vol hing, wierp men achteloos de jassen en mantels op het echtelijke bed zonder te merken dat daar een kind lag. Men nam plaats, at, dronk, was vrolijk en vierde feest. Toen de moeder het kind zocht, vond zij het onder de kledingstukken van de gasten terug – het was gestikt. Deze gebeurtenis is hartverscheurend, maar ik denk, dat velen zo doen met Jezus. Men viert Kerst, men is vrolijk en geeft cadeaus, maar alles zonder de Hoofdpersoon. Hij wordt nauwelijks opgemerkt, ja Hij wordt “verstikt”.

Wie is Jezus?


Wij zijn niet de eersten die daarover nadenken. Al 900 jaar voor Christus leefde een man genaamd Agur, die zich de vraag stelde, hoe de Zoon van God zou heten. Hij vraagt in Spreuken 30:4:

Wie klom op ten hemel en daalde weer neder, wie heeft de wind in zijn vuist verzameld? Wie heeft de wateren saamgebonden in Zijn kleed, wie heeft al de einden der aarde vastgesteld? Hoe is Zijn Naam en hoe is de naam van Zijn Zoon? Gij weet het toch”.

Jezus Zelf geeft daarop 900 jaar later het antwoord, terwijl Hij zegt: “En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen” (Johannes 3:13).
Het Kind in de doeken, daar in de stal van Bethlehem, is meer dan veel mensen denken. Hij is Degene, Die er altijd was, onze Schepper.


Jezus is God.


De eigennaam van God luidt Jahweh. Met deze naam openbaart God Zich aan Mozes en de Israëlieten vóór hun uittocht uit Egypte. “Toen zeide God tot Mozes: Ik ben, wie Ik ben. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden...De Here (= Jahweh), de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Izaak en de God van Jakob...”

(Ex. 3:14-15).
Jahweh betekent “Ik ben, die Ik ben”; deze uitdrukking beschrijft het eeuwige bestaan van God, dat, wat Hij in Zijn hele persoon is.
Dr. Abraham Meister schrijft over de naam van God: “Jahweh is het absolute ˂ik˃ in Zijn hoogste Goddelijke volheid.
Wij kunnen de namen van God als volgt omschrijven: “Ik ben Degene, die nooit geboren is, Die er altijd al is, Die vanuit Zichzelf bestaat, de Onveranderlijke, Zelfzijnde en Eeuwig Tegenwoordige”.
Dr. Abraham Meister schrijft daarover verder: “De wortel ˂hawa˃, waarvan Jahweh is afgeleid, betekent ˂worden˃, ˂zijn˃. Hij is bijgevolg de ˂zijnde˃, die Zich als ˂wordende˃ bekend maakt. Hij laat zich dus zien in een ˂bestendige en toenemende zelfopenbaring˃...Hij is een ˂zelfzijnde˃, die zichzelf openbaart...”

Al in het Oude Testament staat er over Jahweh in Joël 2:32:

...al wie de naam des HEREN (JAHWEH) zal aanroepen, zal behouden worden...(SV).
Het is opmerkenswaardig dat precies hetzelfde over de Here Jezus in het Nieuwe Testament wordt gezegd: “Al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden” (Romeinen 10:13).


In het Oude Testament lang vóór de menswording van Jezus, zegt God van Zichzelf, dat Hij de Heiland is.
“Want Ik ben de Here uw God, de Heilige Israëls, uw Heiland (Jahweh Rapha)...” (Jesaja 43:3, SV). “Ik ben de Here, en er is geen Heiland buiten Mij” (Jesaja 43:11, SV).

Nu staat er met betrekking tot de menswording van Jezus in het Nieuwe Testament: “En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk ten deel zal vallen: U is heden de Heiland (Jahweh Rapha) geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David”

(Lukas 2:10-11).

Ook openbaart God Zich aan Zijn volk als “Jahweh Roi” = “Jahweh mijn Herder”. David spreekt van Hem in Psalm 23: “De Here is mijn Herder, mij ontbreekt niets”.
Ik heb mij altijd afgevraagd, waarom de Engel des Heren eerst de herders op het veld in Bethlehem heeft opgezocht om hen de geboorte van de Heiland te openbaren?
In dit licht versta ik het beter. De ware Herder van Israël is op aarde gekomen, om wat alle mensen innerlijk ontbreekt te geven. Hij, van wie David al 1000 jaar vóór Christus sprak en Die hij Zijn Goede Herder noemde, is in de wereld gekomen. Het is, alsof deze geschiedenis ons wil zeggen: “Jullie, herders van Bethlehem, jullie die zo goed met het weiden van schapen weet om te gaan, de Herder, die al van eeuwigheid bestaat, is mens geworden en op aarde gekomen, om het verlorene en verdwaalde te zoeken en te redden” (vgl. Johannes 10, Lukas 15:3-7 en I Petrus 5:4). Jezus heeft van Zichzelf beweerd de “goede Herder” te zijn.


God openbaart Zich in het Oude Testament ook als de Rots van Israël, waarover geschreven was: “Want wie is God behalve de Here, wie is een rots buiten onze God?”(Psalm 18:32). De apostel Paulus identificeert deze Rots later als Jezus Christus, die er altijd, al voor Zijn menswording, was: “...die Rots was de Christus”

(I Kor. 10:4).

Vanwege deze achtergronden – en er zijn er nog heel wat meer – kunnen wij zeggen, dat Jezus de naar de mens toegekeerde zijde van God is. Wij geloven niet in drie goden, maar aan één God Die Zich op drievoudige wijze openbaart. Zo schrijft bijvoorbeeld een Joods verklaring “Sohar” in de 13e eeuw heel raak over Deuteronomium 6:4: “Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één!”. Waarom is het nodig, de Naam van God driemaal in dit vers te noemen?


De eerste Jahweh is de Vader boven. De tweede is de nakomeling van Isaï, de Messias, die uit de familie van Isaï door David moet komen. En de derde is de Weg, die beneden is (d.w.z. de heilige Geest, die ons de weg wijst) en deze drie zijn één.


Jezus, die in een stal ter wereld kwam, die het menselijke ontwikkelingsproces net zoals wij doormaakte, die als normale jongen opgroeide, lichamelijk, geestelijk en psychisch, die groeide als ieder ander mens: Deze Jezus is vanaf eeuwigheid en altijd al Jahweh geweest, “Ik ben, die Ik ben”. Van Hem staat geschreven:

Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid” 

( Hebreeën 13:8).

Bron:Verheugt u! Norbert Lieth; Uitgeverij Middernachtsroep Nederland

Wordt vervolgd

Reacties

Populaire posts van deze blog