Vergeving

Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hen vergeven die ons iets schuldig zijn” (Matteüs 6:12 NBG)

Vergeving is een van de mooiste woorden die we hebben. Wat maakt dit woord zo mooi en bijzonder? Denk maar eens aan een aantal gevolgen die uit vergeving voortvloeien: verzoening, vrede, rust, eenheid, begrip, harmonie, vriendschap. Allemaal dingen waar onze wereld vandaag een enorme behoefte aan heeft. En bedenk vervolgens eens wat de gevolgen zijn als we niet vergeven of als we niet bereid zijn vergeving te ontvangen: bitterheid, strijd, verbroken relaties, verdeeldheid, haat en oorlog. Als we hier ooit bovenuit willen stijgen, dan zullen we moeten leren hoe we Gods heerlijke principe van vergeving kunnen toepassen.

Vergeef ons onze schulden, zoals wij ook hen vergeven die ons iets schuldig zijn”.
Mattheüs 6:12 (NBG)

Twee richtingen van vergeving

De Bijbel leert ons twee richtingen van vergeving. Deze twee richtingen vinden we op een prachtige manier terug in het belangrijkste symbool van het Christelijk geloof; het kruis. Het kruis heeft twee balken, een verticale en een horizontale. Dat zijn ook de twee richtingen van waaruit vergeving stroomt. De verticale balk, van boven naar beneden, staat symbool voor de vergeving die we allemaal nodig hebben van God, een vergeving die alleen kan worden ontvangen door geloof in het kruisoffer en de opstanding van Jezus Christus. De horizontale balk symboliseert de relatie met onze medemens en spreekt van vergeving die twee kanten op gaat: de vergeving die we moeten ontvangen van anderen en de vergeving die wij aan anderen moeten geven. Het kruis is de enige plaats waar we de genade kunnen vinden om deze vergeving te kunnen ontvangen en schenken.

De verticale richting



Laten we beginnen met de vorm van vergeving die we zelf nodig hebben en die we van God kunnen ontvangen; de verticale richting. Het is zo’n geweldige zegen om door God vergeven te zijn. Dit wordt misschien wel het mooist beschreven door David in Psalm 32:

Gelukkig (of: gezegend) de mens van wie een misstap is vergeven, en van wie de zonde is toegedekt. Gelukkig de mens wiens zonde de Heer niet aanrekent, van wie het geweten tot rust is gekomen”. (Psalm 32:1-2, WV)

Nu vraag je je misschien af: waarom hebben we vergeving nodig? Romeinen 3:23 vertelt ons heel simpel waarom we allemaal Gods vergeving moeten zoeken: “Want allen hebben gezondigd en missen (NKJV: schieten tekort in) de heerlijkheid van God.

Het woord ‘allen’ betekent dat niemand is uitgezonderd. We hebben allemaal gezondigd. Niemand is van zichzelf rechtvaardig; er is niemand die altijd alles goed doet. Misschien ben je het daar niet mee eens en zeg je: ‘Nou, ik heb nog nooit een moord begaan, iets gestolen, overspel gepleegd, en ben zelfs nog nooit dronken geweest.’ Heel misschien kun je zelfs zeggen: ‘Ik heb nog nooit een leugen verteld.’ Dat kan zo zijn, maar er is iets wat we allemaal gemeen hebben. We zijn allemaal zondige mensen en – als gevolg daarvan – schieten we tekort in (het weerspiegelen van) de heerlijkheid van God.

Gods vergeving ontvangen

Deze vergeving, vrede en verzoening met God, is niet iets wat we kunnen verdienen. In Romeinen 4 geeft Paulus hierover onderwijs en gebruikt daarbij het voorbeeld van Abraham, de grote voorvader van de Joden, het volk van Israël. Hij legt uit dat Abraham zijn relatie met God niet verdiende, maar dat hij werd gerechtvaardigd op grond van wat hij geloofde, niet van wat hij deed.

Wat zullen wij dan zeggen dat Abraham onze vader, wat het vlees betreft verkregen heeft? Immers, als Abraham uit werken gerechtvaardigd is, heeft hij roem, maar niet bij God. Want wat zegt de Schrift? ‘En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend.’ Aan hem nu die werkt, wordt het loon niet toegerekend vanwege genade, maar vanwege schuld aan hem. Aan hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid”. (Romeinen 4:1-3)

De essentiële voorwaarde voor het ontvangen van Gods vergeving is het onwankelbare geloof dat God zal doen wat Hij heeft beloofd. En, zegt Paulus, dat principe gold niet alleen voor Abraham, maar ook voor ons. We moeten geloven in de twee aspecten van het kruis – dat Jezus stierf als straf op onze zonden en dat Hij werd opgewekt om ons rechtvaardig te maken. Als we dit geloven, zal God dit ons toerekenen als gerechtigheid. We zijn gerechtvaardigd door geloof en door Jezus’ sterven in onze plaats. In het woord ‘gerechtvaardigd’ kunnen we twee hulpwoorden ontdekken die ons helpen de betekenis goed vast te houden; gerechtvaardigd betekent ‘alsof-ik-altijd-rechtgevaren-ben’, dus alsof-ik-nooit-het-rechte-padverlaten-heb (in het Engels: justified = just-as-if-I’dnever-sinned). Want toen al mijn zonden werden vergeven, werd ik door God rechtvaardig gemaakt met de rechtvaardigheid van Jezus Zelf, alsof ik nooit gezondigd had.

De horizontale richting

Nu wil ik dieper ingaan op de horizontale richting van vergeving. Veel Christenen hebben blokkades in hun leven die ervoor zorgen dat ze Gods vervulling, voldoening, vrede, genezing en Zijn vele andere zegeningen niet ervaren. In deze onderwijsbrief bestuderen we één van de meest voorkomende van die blokkades: niet kunnen of niet willen vergeven.

Op een avond kwamen in een samenkomst vijf mensen naar voren voor genezing. Ik voelde me geleid om aan elk van hen afzonderlijk te vragen: ‘Is er bitterheid of onvergevingsgezindheid in je hart naar iemand?’ Van de vijf antwoordden er liefst drie bevestigend! Vervolgens vroeg ik hen: ‘Wil je dan echt dat ik voor je bid? We kunnen ons gebed keurig volgens het boekje opzeggen, maar hoeveel effect denk je dat het zal hebben?’ Ze antwoordden: ‘Ik denk dat we beter eerst onze zaken in orde kunnen maken en dan terugkomen.’

Opmerkelijk! Maar nog opmerkelijker was het feit dat deze mensen zich tot vlak daarvoor niet bewust waren van onjuiste relaties. Waar waren ze door misleid? Ze hadden toegestaan dat uiterlijke dingen de innerlijke werkelijkheid hadden vervangen. Als we zouden kijken naar de inwendige conditie van het Lichaam van Jezus Christus, zouden we waarschijnlijk geschokt zijn van wat we tegenkwamen.

De onvergevingsgezinde slaaf

In Mattheüs 18:23-35 vinden we de gelijkenis van de ‘onvergevingsgezinde slaaf’. Het laatste vers van het verhaal laat duidelijk zien dat Jezus verwijst naar belijdende Christenen. De eerste slaaf in de gelijkenis was tienduizend talenten schuldig of, vertaald naar vandaag, ongeveer 7 miljoen euro. Omdat hij niet kon betalen en ook nooit zou kunnen terugbetalen, stond hij op het punt in de gevangenis gegooid te worden. Hij zocht de genade van zijn heer, die hem vrijgevig de hele schuld kwijtschold.

Maar toen hij naar buiten liep vond hij een medeslaaf, die hem naar dezelfde maatstaf ongeveer een tientje schuldig was. ‘Betaal me’, eiste hij van de slaaf. ‘Dat kan ik niet’, antwoordde de man. ‘Dan laat ik je in de gevangenis gooien.’ De man antwoordde weer: ‘Wacht, ik zal betalen. Ik zal zorgen dat ik aan dat tientje kom!’ Maar de schuldeiser zei: ‘Nee, als je nu niet kunt betalen, ga je naar de gevangenis.’

Natuurlijk waren de andere slaven heel verdrietig en verontwaardigd en vertelden het gebeurde aan hun heer. ‘Weet u nog, de slaaf die u 7 miljoen euro hebt kwijtgescholden? Hij kwam buiten uw kantoor een medeslaaf tegen die hem een tientje schuldig was dat hij niet kon betalen, en daarom gooide hij de man in de gevangenis.’



En de Bijbel zegt: De heer van die knecht was kwaad. En nadat hij hem geroepen had en gevraagd had wat er was gebeurd, zei hij: Jij, slechte slaaf. En gaf het bevel dat hij moest worden overgeleverd aan de folteraars (pijnigers), totdat hij alles had betaald wat hij schuldig was (wat vanzelfsprekend nooit zou gebeuren). Het laatste vers van dit stukje zegt: Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft. (Mattheüs 18:35)

In deze geschiedenis zien we twee belangrijke feiten: Ten eerste, het niet vergeven van anderen is ‘slecht’, goddeloos. Ten tweede, de onvergevingsgezinde slaaf werd overgeleverd aan de folteraars.
En de Heer zei: Zo zal mijn hemelse Vader ook ieder van jullie behandelen…

Het is ronduit schokkend wat hier staat: Als jij Christen bent, maar je broeder niet van harte zijn overtredingen vergeeft – elke pijn die ze je hebben aangedaan, iedere wond of elke schuld – dan zegt de Here Jezus: God zal jou net zo behandelen als de onvergevingsgezinde slaaf. Hij zal je overleveren aan de folteraars.

In de handen van de folteraars

Dit gedeelte begon ik beter te begrijpen, toen ik in de loop van mijn bediening massa’s belijdende Christenen tegenkwam die duidelijk zichtbaar in handen waren gekomen van folteraars: ze ondergingen geestelijke foltering, emotionele foltering en zelfs lichamelijke foltering. Ik vroeg me af: ‘Heer, hoe kan dat?’ Het ging (en gaat) om mensen die de Naam van Jezus aanriepen; mensen die beleden te geloven in verlossing; mensen die Jezus als Heer erkennen... en toch waren ze in handen van folteraars. Ze waren in handen van boze geesten, hadden geen vrede, geen vreugde en leden aan allerlei angsten; hun gedachten kwamen maar niet tot rust. En ze kwamen bij mij voor bevrijding. Als dit nu buiten de Gemeente gebeurde, zou ik het nog kunnen begrijpen, maar het gebeurt ín de Gemeente

De Heer sprak tot me: ‘Ze zijn in handen van de folteraars omdat Ik ze daarin heb overgegeven.’ Als God iemand in de handen van folteraars overgeeft, is er geen schepsel op aarde die ze eruit kan halen. Veel predikanten proberen het en nog veel meer mensen moedigen de predikant aan het te proberen, maar het zal niet lukken. Als God je overgeeft in de handen van folteraars, dan blijf je daar totdat je je buigt voor Gods voorwaarden om eruit te komen. En die voorwaarde is vergeving. Dit is Gods altijd geldende voorwaarde, waar niemand omheen kan.

Past dit principe in ons beeld van een liefdevolle, genadige God? Toch is het het Nieuwe Testament waar we deze gelijkenis vinden, en zijn het woorden van de Here Jezus zelf… God is genadig, maar je stelt je buiten het bereik van Zijn genade, op het moment dat je die genade zelf niet wenst toe te passen op anderen en bitterheid vasthoudt. Het is overigens belangrijk dit principe niet om te keren; niet alle lichamelijke, mentale of geestelijke foltering heeft een oorzaak in onvergevingsgezindheid; er kunnen veel meer oorzaken zijn, die soms ook grond vinden in het voorgeslacht.

Verlos ons van de boze

Het ‘Onze Vader’ is een voorbeeldgebed voor alle christenen. Als de discipelen vragen hoe ze moeten bidden, zegt Jezus in Mattheüs 6: Bid u dan zo...

Uit deze woorden begrijp ik dat dit gebed een model is. We hoeven niet per se dezelfde woorden te gebruiken, maar de principes zijn onveranderlijk.

Een model uit Dereks boek, dat je kan helpen te beginnen en door te gaan met vergeven.


En Jezus bidt ons dan voor in vers 12: 
Vergeef ons onze schulden, zoals wij ook hen vergeven die ons iets schuldig zijn (NBG).

Dit principe is niet mis te verstaan. Je hebt het recht om vergeving aan God te vragen voor alle zonden, maar je zult nooit méér vergeving ontvangen dan je zelf bereid bent aan anderen te geven. Als je anderen niet vergeeft, vergeeft God jou niet. Aan het eind van dit voorbeeldgebed gebeurt er iets opmerkelijks. Nadat Jezus ‘Amen!’ heeft gezegd, is dit het enige gedeelte uit het gebed waarvan Jezus het belangrijk vindt het nog even verder toe te lichten: Maar als u de mensen hun misdaden niet vergeeft, zal uw Vader uw overtredingen ook niet vergeven. (Mattheüs 6:14-15)

Dit is niet mis te verstaan: als er iemand is die je nog niet hebt vergeven, maak je dan geen illusies: je bent dan ook niet vergeven door God. Laat je alsjeblieft niet misleiden. Als er onvergevingsgezindheid is in je leven, dan is dat een bron van problemen in je leven en een barrière voor je hele geestelijke groei.



Je hebt geen volledige vergeving, omdat je zelf nog niet iedereen vergeven hebt. Sommige mensen zeggen tegen me: ‘Ik heb het gevoel dat ik niet kan vergeven.’ Ik heb goed nieuws voor hen. Je hoeft het niet te voelen. Je moet het besluiten. Het gaat niet om je emoties, maar om je wil. Veel van onze tegenwoordige prediking is verkeerd gericht, want ze richt zich op de ziel: op de emoties van mensen, en daardoor produceert dit soort prediking ook alleen maar emoties – momentopnamen die geen blijvende verandering bewerken.

De meeste predikers in de kerkgeschiedenis die echt door God werden gebruikt, predikten tot de wil van de mensen. De grote opwekkingsprediker Charles Finney (1792 – 1875), die in zijn leven zo’n 500.000 mensen tot Jezus leidde, zei:

Ik ben in niets anders geïnteresseerd dan de wil.’

Je hoeft vergeving dus niet te voelen, je hoeft haar alleen maar toe te passen door een beslissing van je wil.

De beslissing om te vergeven

Ik geef toe dat de beslissing om te vergeven soms een heel diepe, moeilijke beslissing is. Zeker wanneer er hele grote en bepalende dingen zijn gebeurd, die je zijn aangedaan door mensen heel dichtbij. Tegelijkertijd zien we dat er voor je eigen bestwil geen andere optie is dan de weg van vergeving in te slaan. Als jij vergeving wilt ontvangen van God, dan vraagt God jou om anderen te vergeven. Als je je gebeden beantwoord wilt zien, dan moet je vergeven. Als je de vreugde, vrede en vervulling wilt ervaren die bedoeld is voor iedere christen, dan moet vergeving een actieve, voortdurend werkende kracht zijn in je leven. De keuze is aan jou. Je kunt besluiten om onvergevingsgezindheid je leven te laten verwoesten, of je kunt er voor kiezen om door een besluit van je wil te gaan vergeven en in de vrijheid te komen.

Wat kies je? Wat als je nog steeds wrok ervaart? Begin dan te bidden voor de persoon in kwestie. Je kunt onmogelijk wrok tegen iemand blijven koesteren, als je tegelijkertijd voor hem of haar bidt. Door de geloofsdaad van gebed verander je negatieve gevoelens in positieve.

Zoals ik al eerder zei, behoeft het geen betoog dat vergeving in sommige specifieke gevallen een heel diepe, moeilijke weg kan zijn. Het proces om iemand die jou verschrikkelijke dingen heeft aangedaan te gaan vergeven, kan aanvoelen als een woestijn waar je doorheen moet. Toch moet je… We zagen in deze studie dat we als kind van God geen andere optie hebben. Maar God Zelf wil je helpen en je de kracht geven voor het wilsbesluit dat nodig is. Vraag Hem om die kracht. Strek je uit naar die verzoening, vrede, rust, eenheid, begrip, harmonie en vriendschap, wat allemaal voortvloeit uit vergeving.



Bron: Derek Prince Ministries Onderwijsbrief november 2019






Reacties

Populaire posts van deze blog

Inleiding