WAAROM VERTOEFT
OPWEKKING?
(vervolg)
God is een God van opwekking. Waarom is er dan (nog) geen opwekking?
deel 15
Het vuil van de wereld.
Wat is dat, “het vuil van de wereld”? I Kor. 4:13
Is het de moederschoot van het kwaad waaruit criminaliteit is geboren? Is het de duivelse genie die de internationale revolutie orkestreert? Was het Babylon? Was het Rome?
Heeft er een stam van duivelse geesten zich gevestigd, dragende deze weerzinwekkende titel?
Duizenden gissingen over deze vraag geven ons verschillende antwoorden. Het echte antwoord is het tegengestelde van onze verwachting.
Dit “vuil van de wereld” is evenmin van mannen of duivelen.
Het is niet slecht, maar goed, nee, zelfs niet goed, maar het allerbeste. Evenmin is het materieel, maar geestelijk.
Evenmin komt het van satan, maar uit God. Het is niet alleen uit de Gemeente, maar een heilige, maar de heiligste van alle heiligen.
“Wij apostelen”, zegt Paulus, “zijn het vuil van de straat”. En dan voegt hij eraan toe: ”wij maken de zaken nog erger, wij verhogen de schanddaden” en hij verdiept nog de vernedering door er nog iets aan toe te voegen: ”wij zijn aller voetveeg” (I Kor. 4:13).
Iedere man die zichzelf zo heeft ingeschat: “uitvaagsel van de wereld”, heeft geen ambities meer en heeft niets meer om jaloers over te zijn. Hij heeft geen reputatie en heeft niets meer om voor te vechten. Hij heeft geen bezittingen en dus niets meer om zich zorgen over te maken.
Hij heeft geen rechten, zo daarom kan hij ook niet lijden. Gezegende toestand!
In zo’n geestestoestand en met zo’n gedachten, vragen we ons dan nog af, hoe het kon “dat zij de wereld omkeerden” (Hand. 17:6).
Moge de ambitieuze heilige deze apostolische houding tot de wereld even overpeinzen.
Wie dan, deed Paulus meer pijn dan, dan de 195 zweepslagen, zijn 3 stenigingen, en 3 schipbreuken? De twistzieke, vleselijke kritische massa in Korinthe. Deze Kerk was gescheurd omwille van vleselijkheid. Hun roem schoot de lucht in en ze werden de prinsen van de handel in de stad.
Zo Paulus zei: ”zonder ons hebt gij u koning gemaakt”. Zie eens het schrille contrast in I Kor.4:8: “reeds zijt gij verzadigd, reeds zijt gij rijk geworden, zonder ons hebt gij u koning gemaakt”.
Wij zijn dwaas om Christus’ wil, wij worden veracht, wij verduren honger, dorst, naaktheid (I Kor. 4:10).
Het was niet moeilijk voor Paulus (na dit alles) om te beweren dat hij de minste was onder de minsten. Dan richtte Paulus al deze waarheid tegenover hen die de focus op hun geloof hadden verloren. Deze Korintiërs waren verzadigd, maar niet vrij (een gevangene die kan ontsnappen uit zijn cel is niet vrij, want hij draagt nog een ketting). Paulus was niet verdrietig dat ze overvloed hadden en hij niets. Hij zucht omwille van hun weelde, die hun zielen had verzwakt. Ze hebben comfort maar geen kruis; ze zijn rijk maar niet afgekeurd omwille van Christus. Hij zegt niet dat ze niet van Christus zijn, maar dat ze een doornloos pad zoeken dat leidt naar de hemel.
Hij verklaart: ”Ja, was het maar zo, dat gij koning geworden waart; dan waren ook wij met u koning geworden” (I Kor. 4:8b).
Wie wil nog onteerd zijn, veracht, van waarde verminderd worden? Zulke waarheid is revolutionair en bedroevend tegenover onze Christelijke lering. Kunnen wij verheugd zijn als gewaardeerde dwazen?
Is het gemakkelijk om onze naam uitgegoten te zien, zoals duivelse dingen? Maar Christus verhoogt mensen. Waar Christendom is meer revolutionair dan eender welke revolutie van eender welke strekking. Vandaag zijn er velen rijk door anderen arm te maken. Maar Paulus zei: ”ik ben arm, anderen rijk makende”. Werd ons niet geleerd om de “mammon van de ongerechtigheid” waardig te achten, maar hoe zullen wij ons dan toevertrouwen aan de “echte rijken”?
En Paulus dan “materieel en sociaal bankroet”, stond op de lijst van het “vuil van de wereld”. Dit hielp hem zeker om te verstaan, dat hij vertrapt zou worden onder hun voeten. Hij wilde bestempeld worden als een dwaas. Voor Jezus was de vijandschap van de wereld (tegenover Hem), fundamenteel en van levensbelang.
Is dit ook onze keuze? Wat irriteert ons het meest dan om geklasseerd te worden samen met ongeleerde en onwetende mannen en vrouwen; hoewel een ongeleerde en onwetende man het boek Openbaring schreef, welke nog steeds de geleerden perplex doet staan. We lijden heden ten dage aan een plaag onder bedienaars die meer bezorgd zijn, dat hun hoofden vol zijn van kennis, eerder dat hun harten vurig zijn. Als een prediker leunt naar koppigheid, laat hem dan maar jaren school lopen, vooraleer hij op de preekstoel komt. Eenmaal daar, is het voor het leven. Onze diploma’s zullen niets uitmaken, want 24uur/dag zijn niet voldoende voor hem, om op de bres te staan voor de kudde voor het aangezicht van Grote Herder, door zijn taak te vervullen van grote verantwoordelijkheid om hen voedsel te brengen voor hun ziel.
Het feit is dat spirituele zaken, geestelijk worden onderscheiden en waargenomen.
Noch God, noch Zijn oordelen zijn veranderd.
Door Zijn voorrecht, zijn er nog dingen die Hij weerhoudt en toch openbaart Hij Zich aan baby’s.
Baby’s hebben geen kolossaal intellect. De Kerk in dit uur, pocht heel hoog met haar I.Q. van haar bediening. Maar we zitten ook laag in geestelijke geboorten, want de duivel huivert niet voor preek-watervallen.
De lijn van de grens van de wereld is duidelijk overwogen. Bunyans pelgrims die langs gingen doorheen IJdelheid, waren een spektakel. In kledij, spraak, interesse en waardegevoel verschilden ze van de wereldlingen. Is dit ook in ons leven vandaag?
Tijdens W.O. II zei een Britse generaal: “We moeten leren haten, want wat men haat, daar vecht men voor”. We hebben veel gehoord over perfecte liefde, maar we moeten ook boos kunnen zijn en durven zeggen: ”zondig niet”.
De Geestvervulde gelovige zal ongerechtigheid, onrechtvaardigheid en onreinheid haten en hij zal er tegen strijden. Omdat Paulus de wereld haatte, haatte de wereld hem.
Wij ook, hebben deze aanleg nodig voor tegenstellingen.
Een Christen, dromende voor zijn TV, avond op avond heeft een dood brein en een bankroete ziel. Hij zou beter God overhalen om deze wereld te verlaten als hij geen contact meer heeft met deze lakse, losse, losbandige generatie, dan wanneer blindheid van de zondaar niet meer raakt.
Elke straat is nu een rivier van roekeloze moed, dronkenschap, echtscheiding, duisternis en verdoemenis. Als jij je stand inneemt tegenover al deze dingen, verwonder u dan niet, dat de wereld u haat. Als je de wereld waart, zou de wereld het zijne liefhebben.
Paulus verklaarde het zo “door wie de wereld mij gekruisigd is” (Gal. 6:14).
Uit Het Boek: “Wat mij zelf betreft, ik zal alleen hoog opgeven van onze Here Jezus Christus, die aan het kruis gestorven is. Samen met Hem is de wereld voor mij dood en ben ik voor de wereld gestorven”.
Is dit ver boven het petje van de Christen in de 21e eeuw?
Golgotha getuigde voor een grote massa, die kwamen kijken naar de vernedering van zijn boosdoener. Daar was uitspatting, spot en miserie.
Maar wie ging de volgende morgen kijken naar de slachtoffers?
De eerste bezoekers waren de gieren om hun de ogen uit te pikken en hun ribben af te stropen en dan kwamen de honden om hun ledematen op te eten, welke daar hingen aan deze rampzalige slachtoffers. Dus vervormd en versierd met zijn eigen ingewanden, was de misdadiger een verschrikking.
Evenzo was voor Paulus, de gekruisigde wereld niet aantrekkelijk.
Ook wij mogen innerlijk beven en met trillende lippen deze zin herhalen, de wereld is gekruisigd voor mij. Alleen als we dood zijn voor de wereld en zijn speeltjes, zijn nutteloos bonzen en verdwijnende vreugden kunnen we de vrijmoedigheid voelen die Paulus kende. Het eenvoudige feit is dat wij als gelovigen de wereld respecteren en zijn opinies, appreciaties en kwalificaties.
Een moderne criticus zei ooit dat wij gelovigen goud hebben als onze god en hebzucht als belijdenis. Alleen zij die schuldig zijn, zullen boos worden bij deze spitsvondigheid.
Door deze sterke nadruk op afzondering en scheiding, vraag je je af of Paulus ooit bekeerlingen heeft gehad. Deze gezegende man, voor wie de wereld gekruisigd was, werd beschouwd als krankzinnig. Paulus presenteerde zo zijn boodschap, dat anderen zijn dood zochten, omdat hun ambacht in gevaar kwam.
Zulke gezegende apostelen met hun gezonde en heilige minachting van de wereld beschamen ons. Binnenkort zal het zijn: “Adieu sterfelijkheid, welkom eeuwigheid”.
Mogen wij ons geven als een offer voor Hem, Die ons eeuwig offer is. Mogen wij ook onze loopbaan eindigen met vreugde.
Geliefden, het is gewoon zo bedrieglijk om hier op te wachten, dag na dag, maand na maand, als we niet recht zijn voor God. Ik moet mezelf afvragen: ”Is mijn hart zuiver? Zijn mijn handen rein?”
Opwekking is niet meer dan een wonder, dan de oogst van de tarwe. Opwekking komt uit de hemel wanneer heldhaftige zielen, het conflict aangaan, vastbesloten te winnen of te sterven of indien nodig, te winnen en te sterven.
Gods zaak is toegewijd aan mensen. God wijdt Zichzelf toe aan mensen. Biddende mensen zijn de vicepresidenten van God; ze doen Zijn werk en voeren Zijn plannen uit.
(wordt vervolgd).
Reacties
Een reactie posten