Inleiding

 Norbert Lieth: Corona – een straf van God?

Ik herinner mij nog een beetje een onaangenaam gevoel uit mijn kinderjaren. Overigens, ik heb daar hele mooie herinneringen aan.
Maar altijd als er een ongelukje gebeurde of ik me pijn deed of struikelde, hoorde ik van volwassenen: dat is nu de straf van God. Het komt omdat je niet gehoorzaam bent geweest of niet genoeg gebeden hebt of iets dergelijks. Dat deed pijn en gaf angst, alleen maar angst voor God. Omdat men Zijn genade niet kende.
Vandaag, dat geloof ik, gebeurt dit bij vele mensen net zo.

Zij denken in deze dagen, in deze coronatijd: is dit een straf van God? Wil Hij deze wereld nu veroordelen?

We moeten onszelf eerst afvragen: wat betekent het oordeel van God? Het oordeel van God betekent dat Hij legitiem in het wereldgebeuren, in de periode van de mensheid ingrijpt.
De Bijbel heeft daarvoor een speciaal woord, ze noemt deze dag van het oordeel: de dag des Heren.

In de Bijbel staat dat er een dag van het heil is en een dag des Heren. Daartussen is een verschil. De Bijbel maakt ons duidelijk dat wij nu en dat al bijna 2000 jaar nog steeds in de dag van het heil leven.
In II Korintiërs staat: “Zie, nu is het de tijd van het welbehagen, zie, nu is het de dag van het heil!”

Deze dag van het heil, lieve vrienden, is met Jezus Christus gekomen. Daarom heeft God Hem naar deze wereld gezonden.

Daarom zei de Heere toen Hij op deze aarde leefde in Johannes 12:47: “En als iemand Mijn woorden hoort en niet gelooft, veroordeel Ik hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om de wereld zalig te maken (te redden)”.

Dat was de opdracht van de Heere Jezus. Daarom heeft God de Vader Zijn Zoon gezonden, om de wereld te redden. Had Hij dat niet gedaan en ons veroordeeld naar onze daden, dan waren wij al lang verloren gegaan.

Ik zou u een paar voorbeelden willen geven, waarom wij vandaag nog niet onder de straf van God vallen.
Bijv. in Openbaring 15:4 staat: “Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden”.

Hier wordt de dag van het oordeel beschreven als een zeer speciale dag, die in de tijd van de Openbaring geplaatst moet worden en heden ten dage nog niet gekomen is.
Toen de Heere Jezus destijds in Israël was, was Hij in Nazareth in een synagoge en daar zei Hij in Lukas 4:18: “De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken”.

Hiermee toont Jezus ook waarvoor Hij gekomen is, tot heling en vrijmaking, tot vergeving en om het aangename jaar van de Heere ter verkondigen. Dat is ook symbolisch te begrijpen, want dit aangename jaar heeft eveneens betrekking op de genadetijd waarin wij nu al bijna 2000 jaar na Christus leven.
Overigens, wat Jezus hier zegt komt uit Jesaja 61:1 en 2 en daar staat nog iets bij, daar staat namelijk ook nog: “om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de Heere en de dag van de wraak van onze God”.
Maar de laatste zin over de dag van de wraak van onze God laat Jezus weg.
Waarom? Omdat Hij daarvoor niet gekomen is, maar voor de aangename tijd. De aangename tijd omvat symbolisch een jaar, de oordeelsdag omvat verhoudingsgewijs een dag.

Nu kan ik u geruststellen. Ik geloof niet dat wij nu al in de dag des Heeren of in de dag van het oordeel leven en God ons nu straft. Anderzijds wil ik u ook niet in slaap sussen. Het zou niet goed zijn om ons op ons hoofdkussen neer te leggen en maar gewoon door te leven als voorheen. Want er zal een andere tijd komen en dat vermeldt de Bijbel ook. In bijvoorbeeld Handelingen 17:30 staat: “God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren en wem omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daarvoor aangesteld heeft, de toekomstige Rechter, voor de dag van het gericht. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan”.

– De toekomstige Rechter voor de dag van het oordeel – God de Vader heeft aan Zijn Zoon Jezus het algehele oordeel overgedragen.

Nu leven wij nog steeds in de dag van het heil, nog in de genadetijd, nog mag iedereen dit aanbod van God aannemen en zich laten redden.

Ik mag en moet wel zeggen dat de klokken al luiden, ook wij nu nog niet gestraft worden, om ons wakker te maken en oplettend te laten worden voor de komende dag des Heeren. De catastrofen, de natuurrampen, waar heeft dit alles mee te maken? Als bruggen instorten, als er ernstige ongelukken gebeuren, enz?

Dit zijn geen strafoordelen van God maar gebeurtenissen ten gevolge van de zondeval. Dat is het verloop van de mensheid, helaas het natuurlijke verloop van de mensheid.

Deze gebeurtenissen laten ook de woede van Gods tegenstander zien. De Bijbel zegt ons dat de satan, zo noemt de Bijbel hem, de duivel met zijn demonen ook invloed hebben op het natuurgeweld en altijd erop uit zijn om te vernietigen. Bovendien zien we in deze gebeurtenissen ook de boosheid van de mens openbaar worden. Want veel is gewoon het gevolg van de boosheid van de mensheid. Veronachtzaming van wetten, egoïsme, zelfverrijking, het uitputten van de natuur enz.

De actuele gebeurtenissen zijn, ik wil het zo zeggen, als het klingelen bij een treinovergang. De slagbomen gaan naar benden, de lichten knipperen, we worden naar de slagbomen geleid, beter gezegd er voor. Waarom? Omdat de trein spoedig langs komt. We moeten worden bewaard, worden beschermd.

De gebeurtenissen zijn er niet, ook niet de corona-crisis, om ons angst zonder uitweg aan te jagen, maar ze zijn er, zodat we eerbied krijgen voor God. Ze zijn onder toelating van de Almachtige. Het zijn opvoedkundige maatregelen. Ik weet dat wanneer wij als kinderen ongehoorzaam waren en het wat uit de hand liep, dan kregen we regelmatig huisarrest. Dat deed pijn terwijl anderen buiten speelden. Het ging er niet om, dat mijn vader ons wilde doden of andere vreselijke dingen met ons van plan was, ze waren ervoor dat wij weer op het juiste pad kwamen.

Wij beleven allemaal op dit moment huisarrest, nietwaar? Komt dit van God? Hij toont ons hiermee: “Hoor toch, Ik ben jullie Vader, kom tot Mij”!

De gebeurtenissen maken echter nog iets duidelijk, namelijk wat het betekent om in de genade te staan of wat genade op zich betekent.
De Bijbel laat ons namelijk in Romeinen 3:28 zien: “Wij komen dus tot de slotsom dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt zonder de werken van de wet”.

God oordeelt of veroordeelt ons niet op grond van onze werken. Dat hier, wat ik net gelezen heb, dat klinkt zo on-religieus. Zonder werken, zonder werken van de wet, zonder godsdienstigheid, zonder religieuze oefeningen, onbelangrijk wat wij wel of niet gepresteerd hebben, wat we hebben nagelaten, ongeacht hoe wij ons wel of niet gedragen hebben, waar wij mee zaten, wat we niet meer kunnen goed maken.
Iedereen zonder uitzondering mag de genade van God in Jezus Christus ontvangen. Vandaag de dag nog! Het is genadetijd en je mag er van genieten, want Jezus geeft wijn in plaats van water en een nieuw gewaad in plaats van een oud kleed.
Paulus zegt het ongeveer zo: ”Ik zet mij niet in voor godsdienstigheid maar voor het getuigenis van het Evangelie van Gods genade”, Handelingen20:24.

En dat geldt vandaag de dag nog in zijn volle omvang! Een rechter oordeelt naar gerechtigheid om te veroordelen. Een dokter behandelt uit barmhartigheid om tot genezing te komen.

Jezus heeft gezegd: “Ik ben de dokter. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen: religieuze mensen, rechtvaardige mensen, hoogmoedige mensen, maar zondaren, mensen met schuld beladen, die geen uitweg meer zien”.

Barmhartigheid betekent iets krijgen wat men niet heeft verdiend en niet iets krijgen wat men verdiend heeft. Gerechtigheid betekent iets krijgen wat men verdiend heeft.
Deze tijd, dat moet ik u zeggen, zal ook een keer komen. Nog steeds leven wij niet onder deze straf van God. Nog hebben we geen oordeel, maar we krijgen een soort waarschuwing. Om daarin de barmhartigheid van God te herkennen en ons daarvoor open te stellen en aan te nemen.

God toont u en mij en ons allen nog steeds Zijn grote liefde.

Zijn barmhartigheid draagt een naam: Jezus Christus.

Bron: Zendingswerk Middernachtsroep Norbert Lieth

-------------------------