Wie
kent er nog Lee Harvey Oswald? Hij was de vermoedelijke moordenaar
van John F.Kennedy (toenmalig president van Amerika), die in 1963 in
Dallas werd neergeschoten. Hoe kom je tot zo'n daden? Alles heeft een
reden.
Al dan niet gerechtvaardigd.
Ze gaf hem in die
eerste jaren geen genegenheid en bracht hem geen discipline of
algemene vaardigheden bij. Ze verbood hem zelfs haar op het werk te
bellen. Anderen kinderen bemoeiden zich weinig met hem; dus zat hij
het grootste gedeelte van de tijd alleen. Al sinds zijn jongste
kindertijd werd hij door iedereen afgewezen. Hij was arm en onervaren
en onaantrekkelijk.
Toen hij dertien jaar oud was, zei een
schoolpsycholoog dat hij waarschijnlijk niet eens wist wat het woord
‘liefde’ inhield. Tijdens zijn tienerjaren wilden de meisjes
niets van hem weten en vocht hij met de jongens.
Hoewel
hij een hoog IQ had, bracht hij er op school niets van terecht en
toen hij in de derde klas van de middelbare school zat, gaf hij er de
brui aan. Hij hoopte dat hij aansluiting kon vinden bij het leger;
daar zou men volgens zeggen ‘een man’ van je maken en dat wilde
hij zijn.
Maar zijn problemen achtervolgden hem. De andere
soldaten maakten hem belachelijk en hij vocht terug. Hij kwam
voortdurend in opstand tegen het gezag, moest voor de krijgsraad
verschijnen en werd oneervol ontslagen.
Daar stond hij
dan, een jonge man van begin twintig, zonder vrienden, met een leven
dat finaal op de klippen gelopen was. Hij was tenger gebouwd en
broodmager en had een puberale, piepende stem. Hij had geen talenten,
geen vaardigheden, geen gevoel van eigenwaarde.
Hij besliste
opnieuw voor zijn problemen te vluchten en vertrok uit Amerika naar
het buitenland. Daar trouwde hij met een vrouw die zelf een
buitenechtelijk kind was en nam haar mee naar Amerika. Al snel begon
ze hem net zo erg te verachten als ieder ander. Hoewel ze twee
kinderen hadden, heeft hij nooit de status en respect van een vader
gehad.
Zijn huwelijk begon in het slop te geraken, toen zijn
vrouw dingen van hem vroeg die hij haar niet kon geven. In plaats van
zijn bondgenote tegen een harde wereld, zoals hij had gehoopt, werd
ze zijn ergste tegenstander. Ze kon hem aan en leerde hoe ze de baas
over hem kon spelen. Ze sloot hem zelfs een keer voor straf op in de
badkamer. Uiteindelijk heeft ze hem het huis uit gezet.
Hij
probeerde zich alleen te redden, maar voelde zich verschrikkelijk
eenzaam. Na een paar dagen ging hij naar huis en smeekte of hij weer
terug mocht komen. Hij zette elk restje trots overboord; hij kroop
voor haar, liet zich vernederen en kwam terug op haar voorwaarden. Ze
lachte hem uit en kleineerde zijn zwakke pogingen om de kost te
verdienen voor zijn gezin. Ze maakte hem belachelijk als hij faalde.
Ze maakte grapjes over zijn impotentie in bijzijn van een vriend. Op
een gegeven moment dreigde de duisternis van zijn persoonlijke
nachtmerrie hem te overweldigen. Hij viel op de knieën en huilde
bitter.
Uiteindelijk werd hij rustig en smeekte niet meer.
Niemand wilde hem. Niemand had hem ooit gewild. Zijn ego lag in
scherven.
De volgende dag was hij een vreemde, andere man. Hij
stond op, ging naar de garage en pakte het geweer dat hij daar
verborgen had. Hij nam het mee naar zijn nieuwe baan in een
boekenmagazijn.
Vanuit een raam op de derde verdieping van
het gebouw schoot hij kort na twaalf uur op 22 november 1963 twee
kogels in het hoofd van president John F. Kennedy.
Lee
Harvey Oswald, de afgewezen, ongeliefde mislukkeling, vermoordde de
man die op aarde de belichaming was van het succes, schoonheid,
rijkdom en huwelijksliefde die hij miste.
Eerlijkheid
gebied mij om te zeggen dat Lee Harvey Oswald zelf vermoord werd en
daardoor nooit voldoende bewezen is dat hij de moord gepleegd
heeft.
Maar hij is wel een klassiek voorbeeld van iemand
die het slachtoffer is geworden van gebroken relaties. Hij is één
van de velen in onze maatschappij.
Onze maatschappij verwacht
zoveel van ons dat het soms wel lijkt dat we zelf niet voldoende
aandacht kunnen geven aan anderen.
Soms worden we zelfs in de
war gebracht door onze overheid, het lijkt soms dat onze moraal
vervangen wordt door politiek. We maken ons ernstige zorgen om
ongelijkheid, onrecht, oorlogen, hongersnoden, milieu en noem maar
verder. Wij zijn bereid offers te brengen om deze situaties te
verbeteren, we ondertekenen petities, sturen giften of nemen deel aan
protestmarsen. Maar het gaat hier dan om politieke kwesties,
natuurlijk ook allemaal zeer belangrijk maar het gaat hier merendeels
om onpersoonlijke problemen. Het gaat niet meer om de dagelijkse
omgang tussen buren en vreemdelingen, laat ons zeggen ons normaal
dagelijks leven.
Terwijl we denken goed te doen aan de wereld,
worden we toch koud en hard omdat we er geen relatie met hebben. De
ver van mijn bed show.
Relaties zijn de belangrijkste
factor in ons leven. Door de drukte van deze tijd durven wij deze
ernstig verwaarlozen met alle gevolgen van dien.
Voordat Jezus
een oproep van toewijding deed, om door de enge poort te gaan, gaf
hij aan het einde van zijn ethische gedeelte van de Bergrede een
samenvatting van alles wat Hij had gezegd: “Alles nu wat gij wilt,
dat u de mensen doen, doet gij hun aldus: want dit is de wet en de
profeten”. Hij gaf daarmee niet alleen een samenvatting van de rede
zelf, maar ook van de Tien Geboden, de wet van Mozes en alle ethische
regels in de Bijbel.
In dit gedeelte legt Jezus uit hoe we
onze relatie met God en andere mensen kunnen herstellen. In de
Bijbelstudies die we de laatste weken hebben mogen houden kwam dit
ook zo prachtig naar voren, hoe we vrede met anderen kunnen hebben,
hoe we elkaar kunnen vergeven. Wij hebben mogen zien dat Jezus de
voetwassing deed en hebben ons hier vragen mogen rond stellen zoals :
“Zijn wij bereid om elkaars voeten te wassen, ook wanneer we
moesten weten dat je door een paar van die voeten verraden zou
worden?”
Het onderwerp kon niet beter gekozen zijn in
een periode waarin we Pasen vierden. Waarin we herdachten dat Jezus
voor al onze zonden gestorven en opgestaan is. Hij liet zeer
duidelijk zien dat de zwakste de sterkste was.
Jezus heeft
ons lief en wil een relatie met ons net zoals Hij die relatie had met
Adam en Eva voor de zondeval. Hij wil door de tuin wandelen en met
ons een praatje doen. Hij verlangt ernaar om met ons te kunnen
communiceren, want Hij weet indien we dit niet doen dan vervreemden
we van elkaar, we gaan als het ware het zelfde leven, maar dan
geestelijk, tegemoet als Lee Harvey Oswald.
Meer nog hij
verwacht dat we deze relatie ook opbouwen met andere mensen.
Een
beetje verder in het Mattheüs evangelie hoofdstuk 22 stellen de
Farizeeën de volgende vraag :”Meester, wat is het grote gebod in
de wet?” en Jezus antwoordde : ”Gij zult de Here, uw God,
liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw
verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan
gelijk, is : “Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan dit
gebod hangt de ganse wet en de profeten”.
Een relatie
met God
Het eerste en grote gebod is dat we God moeten
liefhebben met heel ons hart, heel onze ziel en heel ons
verstand.
Lee Harvey Oswald heeft misschien nooit mogen leren
hoe hij kon vechten tegen het onrecht dat hem aangedaan werd, maar
Jezus maakt ons hier duidelijk hoe wij een relatie met God kunnen
aangaan en onderhouden.
Hij zegt: “Bidt…,
zoekt…,klopt….” Hij draait niet om de pot, neen Hij
gebiedt
ons om door te gaan met bidden, om te door te gaan met zoeken en om
te door te gaan met kloppen.
We
moeten er ons van bewust zijn dat wij God nodig hebben, dat we,
wanneer we het zonder God gaan proberen, we
er zeker mogen van zijn dat we zullen falen. Het kan niet zijn zoals
de voornemens op Nieuwjaar, die al na enkele weken vergeten zijn. Wij
moeten volhouden, blijven bidden, blijven zoeken, blijven kloppen.
Jezus belooft
ons dan in Zijn
woord, dat we zullen ontvangen en vinden en dat er voor ons zal
opengedaan worden.
In onze cultuur zou je kunnen zeggen
dat past niet, we zouden zelfs zeggen dat is onbeleefd. Wanneer we
iets zou willen bekomen en we zouden maar blijven aandringen en
kloppen aan de deur, dan zou men hier het verwijt naar je kop
slingeren, dat we onze manieren niet kennen.
Maar God is
niet zomaar iemand waarbij we aankloppen, neen God is onze Vader,
Jezus noemde Hem ‘Abba’ en ook wij mogen Hem ‘Abba’ noemen.
Kan je je nog een dichtere relatie inbeelden, wij zijn kinderen van
God en God verlangt er ook naar dat wij zo zullen handelen.
God
verlangt ernaar dat wij gelukkig zijn en stelt Zich
daarom steeds beschikbaar zodat wij steeds tot Hem kunnen naderen, de
deur staat altijd open.
*****
We kunnen met een
gerust hart God zoeken omdat Hij alleen maar goede dingen geeft. Kan
je je voorstellen dat God je altijd alles zou geven waarom je vroeg.
We zouden nooit meer met een gerust hart kunnen bidden, we zouden
steeds onder angst of stress zijn. We zouden bang zijn om een blunder
te maken.
De Grieken hadden verhalen over goden die de
gebeden van de mensen verhoorden, maar aan deze gebedsverhoringen zat
altijd een weerhaak; het was een geschenk met twee kanten. Het
verhaal gaat dat Aurora, de godin van de dageraad, verliefd werd op
Tithonus, een sterfelijke jongeman.
Van Zeus, de oppergod, mocht
ze een cadeau uitkiezen voor haar sterfelijke minnaar. Aurora vroeg
natuurlijk of Tithonus voor altijd mocht blijven leven, maar ze was
vergeten te vragen of hij ook altijd jong mocht blijven; Tithonus
werd ouder en ouder en kon niet sterven, zodat de gift een vloek
geworden was.
Onze God, onze Vader is helemaal niet zo.
Een goede vader zal de fouten van zijn kinderen altijd corrigeren.
Spurgeon zei eens:”Onze gebeden komen in een aangepaste versie in
de hemel aan.”
Hoe dikwijls zuchten wij niet dat onze gebeden
niet verhoord
worden, we kunnen daar verschillende voorbeelden van aanhalen.
Ik
weet nog heel goed dat ik net zoals vele andere aan God zaken
gevraagd heb die ik op dat moment graag wilde hebben en waarvan ik
dacht dat zij belangrijk waren voor mij. En het leek dat ik het niet
ontving.
Wanneer ik nu terugblik, kan ik zeggen dat ik God heel
erg dankbaar ben dat hij mij bepaalde dingen waar ik om vroeg niet
gegeven heeft en dat Hij bepaalde deuren voor mijn neus dichtgedaan
heeft. Op dat moment begreep ik het niet, maar ik weet nu waarom Hij
dat gedaan heeft en dank Hem daarvoor.
God zal ons geen
zaken geven die voor ons of andere mensen toch nadelig zouden zijn.
We kunnen met een gerust hart bidden, want God maakt geen
fouten.
Het grote verlangen van God is dat wij onze
relatie met Hem onderhouden, het zou het hoogste streven moeten zijn
in ons leven, we moeten Hem liefhebben met ons hele hart, ons hele
verstand, onze ziel en al onze kracht.
Jezus heeft hier
duidelijk een voorbeeld van geweest. Laat ons ernaar streven om net
als Jezus te zijn. We mogen dat, God verlangt ernaar om eenzelfde
relatie met mij en jullie op te bouwen zoals Hij had met
Jezus.
Relaties met andere mensen.
Hoe kunnen
we zorgen dat onze relatie met andere mensen in orde is?
Jezus
vat zijn onderwijs over de manier waarop we met elkaar omgaan samen
in vers 12, waarmede de Bergrede zijn climax bereikt. “Alles
nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun aldus: want dit
is de wet en de profeten »
Mattheüs 7:12
Er bestaan verschillende versies van deze
samenvatting;
Confucius zei :”Wat gij niet wilt dat anderen u
doen, doet dat ook een ander niet”.
De stoïcijnen zeiden :
“Wat gij niet wenst dat u geschiedt, doet dat ook aan anderen
niet”.
Epictetus zei : “Wat u zelf niet wilt lijden, probeer
dat ook aan anderen niet aan te doen”.
Een Rabbi genaamd
Hillel vatte de wet op deze manier samen : “Doe niemand iets aan
wat u zelf vervelend vindt ; dat is de hele wet en de rest is
commentaar”.
Als je goed oplet zijn al deze uitspraken
in de negatieve vorm geformuleerd, Jezus daarentegen geeft een
positieve formulering.
De positieve regel gaat veel verder dan
de negatieve. Als we zeggen: “Ik zal niemand kwaad doen”, kunnen
we een passieve houding aannemen. Veel mensen doen dat dan ook en
denken dat ze geen zondaar zijn omdat ze niet doodslaan, niet stelen
en anderen niet moedwillig kwaad doen.
Wij worden echter
geroepen tot iets veel hogers. Wij zijn geroepen om niet alleen te
zeggen: “Ik zal niemand kwaad doen”, maar ook : “Ik zal mijn
uiterste best doen om anderen te helpen”. We mogen ons niet terug
trekken in een wereld waar dat we niemand kwaad doen maar ook niets
positiefs doen.
Het is niet voldoende wanneer wij niet
stelen, wij moeten ook geven. Het is niet voldoende wanneer je niet
scheidt van elkaar, je moet ook aan een optimale relatie werken. Het
is niet genoeg wanneer je geen ruzie maakt met collega’s, men moet
er ook aan werken om een goede verstandhouding op te bouwen.
Ik
denk dat we zo nog wel eventjes kunnen doorgaan. Maar je begrijpt de
essentie is dat we niet bij de pakken blijven zitten en alleen aan
onszelf denken.
Jezus weet dat eigenliefde een sterke macht is
in ons leven. Wij zijn op onszelf gericht, beschermen onszelf en
denken veel aan onszelf. De uitdaging die Jezus ons hier geeft is dat
wij anderen net zo lief moeten hebben als onszelf. We moeten ons
afvragen:”Hoe zou ik in deze situatie behandeld willen
worden?”.
Het is een gouden regel. Hoeveel problemen
zouden er niet opgelost zijn wanneer iedereen zich moest onderwerpen
aan deze tekst. In gelijk welke situatie zouden we tot een oplossing
kunnen komen, op school, op het werk, thuis, in het verkeer, in heel
ons leven.
Eigenlijk sluit deze regel heel sterk aan bij
een andere regel die we Woensdag tijdens de Bijbelstudie gezien
hebben. Die luidde als volgt: “wanneer Jezus hier nu naast me zou
zitten, zou ik dan het zelfde bekijken, zeggen, horen of doen?”
We
komen altijd terug op die ene vraag. In de boekhandel Philadelphia
kan je verschillende zaken kopen met de afkorting erop WWJD. ‘What
Would Jesus Do’ of in het Nederlands ‘Wat zou Jezus
doen?”.
Jezus zegt : « Alles nu wat gij
wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun aldus: want dit is de wet en
de profeten. »
Als iedereen deze regel in acht zou
nemen, zou er geen slavernij zijn, geen oorlog, diefstal of bedrog-
alleen gerechtigheid en liefde. Het zou leiden tot een grote
verandering van de maatschappij.
Als alle Christenen
zich aan deze algemene regel zouden houden, zou dat overtuigender
zijn dan welke preek, geloofsverdediging of boek over het geloof dan
ook.
Deze liefde is alleen mogelijk, als God zijn liefde over
ons uitstort. “Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft
liefgehad” (1 Joh. 4:19).
Als wij Zijn liefde ervaren,
stelt Hij ons in staat om anderen net zo lief te hebben als
onszelf.
Als de kerk zo zou leven, zou de wereld geloven.
Ik
moet terug denken aan Lee Harvey Oswald, moest hij de Heer gekend
hebben zoals we dit deze morgen besproken hebben, hoe had dan zijn
leven geweest, ondanks de droevige omstandigheden waarin hij zich
bevond.
Als hij de Heer niet kende, was er dan niemand in zijn
omgeving die de regel die we net gezien hebben, toegepast heeft ?
Ik
stel me de vraag hoeveel Lee Harvey Oswald personen rond
lopen
in onze omgeving, op school, werk, vriendenkring, thuis, in de kerk,
en wachten totdat wij, jij en ik, doen wat Jezus van ons
verlangt.
Amen.
Reacties
Een reactie posten