Wat Jezus' lege graf betekent.


Wat Jezus’ lege graf voor jou betekent.

Het is avond. Buiten is het aardedonker. De deuren zijn gesloten want misschien worden ze wel gezocht omdat ze van grafschennis en diefstal worden beschuldigd. Maar hoe groot de angst voor de Joodse leiders en de Romeinen ook mag zijn, de discipelen praten maar over één ding: het lege graf!
Toen ze die morgen bij het graf kwamen was het leeg!
Er waren engelen aan hen verschenen en hadden tegen hen gezegd dat Jezus was opgestaan. En dat moest echt waar zijn, want sommigen beweerden dat ze hem hadden gezien – ze hadden zelfs met Hem gesproken. Maar toen was Hij opeens weg. Hadden ze zich misschien vergist? Waren ze er zo intens mee bezig dat ze dingen hadden gezien die helemaal niet waar waren, gewoon omdat ze er zo naar verlangden dat het waar was? Of had iemand hen misschien lelijk voor de gek gehouden?
Dit is de uitgangspositie die we in het Lukasevangelie vinden. En plotseling gebeurt het ongelooflijke: Jezus staat in hun midden als de opgestane Heer. Deze dag die met angst en twijfel begon wordt nu tot vermoedelijk het blijdste en belangrijkste moment van hun leven, dat alles wat tot dan toe gebeurd was in de schaduw stelt.
De vreugde van de discipelen over de opgestane Heer zou ook onze vreugde moeten zijn. Ik wil daarom de tekst uit Lukas 24: 36-49 nader bekijken en drie punten noemen die de betekenis van het lege graf voor ons leven heeft.
Lukas 24:36-49: “
Verschijningen van Jezus”
36 En terwijl zij hierover spraken, stond Hij zelf in hun midden; 37 en zij werden ontzet en verschrikt en meenden een geest te aanschouwen. 38 Doch Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij ontsteld en waarom komen er overwegingen op in uw hart?
39 Ziet mijn handen en mijn voeten, dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, dat een geest geen vlees en beenderen heeft, zoals gij ziet, dat Ik heb.40 [En bij dit woord toonde Hij hun zijn handen en voeten.] 41 En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets te eten? 42 Zij reikten Hem een stuk van een gebakken vis toe. 43 En Hij nam het en at het voor hun ogen.
44 Hij zeide tot hen: Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden. 45 Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen. 46 En Hij zeide tot hen: Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden, 47 en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem. 48 Gij zijt getuigen van deze dingen. 49 En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge”.

1. Een nieuwe kijk op de wereld (vers 36-43)

Jezus verschijnt hier voor de eerste keer na zijn opstanding aan een groter aantal discipelen. Tot dan toe had Hij zich aan een paar vrouwen en enkele discipelen getoond.
In het parallelle bericht van Johannes lezen we dat deze gebeurtenis op de avond van de opstandingsdag plaatsvond terwijl de discipelen bij elkaar waren en zich uit angst voor de Joden hadden opgesloten. Hier verscheen Jezus totaal onaangekondigd en begroette hen met de woorden: “Vrede zij u!”
De discipelen waren door zijn plotselinge verschijning zo geschrokken dat ze dachten dat ze een geest zagen. Jezus berispte hen mild om hun twijfel en probeerde zijn verwarde discipelen ervan te overtuigen dat Hij het werkelijk was.
“Raak Mij aan” zegt Hij. “ Want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat Ik heb” (vers 39). Maar zelfs toen konden de discipelen het van vreugde nog niet geloven. Ze dachten dat het te mooi was om waar te zijn! Ieder die een geliefd mens verloren heeft kent het verlangen deze mens weer bij zich te hebben. Zo verging het de discipelen ook. Ofschoon een paar van hen al uren eerder een ontmoeting met Hem hadden gehad en daarom dus moesten weten dat Hij weer opgestaan was, konden ze het toch niet echt geloven.
Jezus toonde begrip voor zijn discipelen en vroeg hun om wat eten. Toen ze Hem een stuk gebraden vis gaven dat Hij voor hun ogen opat, begrepen ze eindelijk dat Hij geen geest was, want het eten viel niet zomaar door Hem heen op de grond, maar Jezus at het op, als een gewoon mens. Jezus was werkelijk lichamelijk uit de doden tot een nieuw leven opgestaan. Het was geen hallucinatie, geen inbeelding. Zijn opstanding was niet zinnebeeldig of puur geestelijk. Hij was voor hen inderdaad de opgestane Heer met “vlees en beenderen”.
Als Jezus echt zo lichamelijk uit de doden is opgestaan, zoals in het Nieuwe testament beschreven staat, dan moet dat ons hele wereldbeeld veranderen. Want dan is de dood niet het einde en dan is er Eén Die grotere macht heeft dan de dood.
Ook Petrus en de andere discipelen hadden voor hun ontmoeting met Jezus een bepaald wereldbeeld.
We weten niet of Petrus een groot denker was voor hij Jezus ontmoette – of hij met de grote vragen van het leven bezig was geweest of dat hij als visser gewoon van dag tot dag leefde. Maar we kunnen uit Handelingen en zijn nieuwtestamentische brieven opmaken dat hij na de ontmoeting met de opgestane Jezus een totaal nieuwe visie op de wereld, op God en op zichzelf had. Na de ontmoeting met de opgestane Heer was het voor hem en voor de andere discipelen onmogelijk om gewoon zo verder te leven als daarvoor. Want alles was veranderd.
Het lege graf van Jezus daagt je uit om opnieuw over je wereldbeeld na te denken. Want als het graf werkelijk leeg was en Jezus lichamelijk uit de dood is opgestaan dan moet dat onze visie op de wereld en onze manier van leven fundamenteel veranderen. Want als Jezus werkelijk is opgestaan dan weten we dat er een almachtige God is Die over onze grote vijand, de dood, triomfeert. Is Jezus daadwerkelijk lichamelijk opgestaan dan is Hij geen dode stichter van een godsdienst maar de levende Heer van deze wereld Die ons, als we bij Hem horen, hoop geeft over de dood heen. En is Jezus opgestaan dan mogen we zeker weten dat God Zijn offer heeft aangenomen – dan is er vergeving voor onze zonden. De zekerheid dat Jezus is opgestaan moet ons die in Hem geloven een hoopvolle visie op deze wereld geven


2. Een nieuw vertrouwen in Gods Woord (vers 44-46)

Nadat de discipelen weer wat tot rust waren gekomen, herinnerde Jezus hen aan wat Hij hun al van tevoren met betrekking tot Zijn lijden, sterven en opstanding verteld had. Hij wees hun erop dat alles zo gebeuren moest omdat het al van tevoren in het Oude Testament verteld was (vgl. vers 44-46). Hij verklaarde hun Gods Woord zodat ze begrepen dat Zijn lijden en opstanding op de derde dag, Gods lang gekoesterde plan was. Hij toonde hun daarmee dat ze Gods Woord konden vertrouwen omdat Zijn Woord absoluut betrouwbaar was gebleken.
Het lege graf
van Jezus zou ook ons vertrouwen in Gods Woord moeten versterken. God had alles wat betrekking had op de Verlosser, Jezus Christus, in vervulling doen gaan – zelfs tot in de kleinste details – en Hij heeft dat alles voor ons laten opschrijven opdat wij steeds weer tot Zijn Woord terug kunnen komen om ons te herinneren aan wat Hij gezegd heeft. Zonder het getuigenis van de Bijbel zouden we geen besef hebben en geen kennis van alle uitwerkingen van de opstanding van Jezus en alleen daardoor kunnen we zekerheid over deze dingen krijgen en ook anderen over deze hoop vertellen en hen op Gods Woord wijzen.
Toen Edith Schaeffer, de vrouw van de bekende theoloog Francis Schaeffer aan het sterfbed van haar man stond, werd ze zich bewust van de afschuwelijke realiteit van de dood dat ze deze gebeurtenis opschreef.
Ze vertelt:
Het was precies ‘s morgens om vier uur toen hij zijn laatste zachte adem uitblies...en toen was hij weg. Wat was het nu definitief en duidelijk – hij was er niet meer. Ik kon alleen maar waarnemen dat hij weg was. Ik kan voor het tijdstip (4 uur in de morgen) vast en zeker instaan.
Maar wat zijn tegenwoordigheid bij de Heer betreft moest ik mijn Bijbel
opslaan om hierover zekerheid te krijgen. Dat iemand bij de Heer is kan ik alleen weten omdat de Heilige Schrift dit zo zegt. Ik had een mystieke ervaring. Ik wil u hier en nu bekennen: nog nooit was de onfeilbaarheid van de Bijbel zo belangrijk voor me als op dit moment. Tweeënvijftig jaar lang – zolang ik hem kende – streed mijn man voor de waarheid en ook voor de waarheid van de inspiratie en onfeilbaarheid van de Bijbel. Maar nog nooit was ik meer onder de indruk van het wonder van een absoluut betrouwbare boodschap van God, een onwankelbaar Woord van God dan uitgerekend op dat moment!”

Gods Woord roept ons niet alleen op het te lezen maar met ons hele leven erop te vertrouwen. Hierin is een enorm verschil. Willen we ons door Zijn Woord laten vormen? Moet het ons gezin, onze Gemeente en alles wat we doen bestempelen? Moet Gods Woord het fundament en de maatstaf van ons leven zijn?





3. Een uitdagende opdracht (vers 47-49)

Zoals de gebeurtenissen rond Jezus’ opstanding zich moesten vervullen omdat ze een wezenlijk deel van Gods plan waren, zo moet nu ook nog een belangrijk deel van Gods plan in vervulling gaan: de prediking van het Evangelie onder alle volken.
De praktische toepassing die Jezus zijn discipelen in aansluiting op zijn opstanding meegeeft luidt: “In mijn naam moet bekering en vergeving van zonden verkondigd worden aan alle volken, beginnend in Jeruzalem”. Bekering tot vergeving van zonden is een belangrijk thema bij Lukas. In Handelingen dat door Lukas geschreven werd, zien we hoe door de discipelen deze opdracht van Jezus vervuld wordt.
De boodschap van de opstanding van Jezus bleef niet in de kring van de discipelen maar ging de gehele wereld rond. Aan alle naties moest deze boodschap verkondigd worden. De discipelen waren en werden getuigen van de opstanding van Jezus. Maar dat deden ze niet uit hun eigen kracht – Jezus beloofde hen een Helper, de “kracht uit de hoge” door de toerusting met de Heilige Geest (vgl. Johannes 16:13-14).
Het lege graf was niet de bekroonde afsluiting van zijn werk. Nee, met de opstanding brak iets nieuws aan: een nieuwe heilstijd waarin wij nog steeds leven, daar ook vandaag nog de oproep tot bekering tot vergeving van zonden naar alle volken uitgaat.
Het lege graf moet je uitdagen om je positie tegenover God te onderzoeken. Er zijn veel grote historische gebeurtenissen die met je persoonlijke leven op zich helemaal niets te maken hebben. Bij Jezus’ opstanding is dat echter anders. Paulus heeft deze waarheid treffend geformuleerd toen hij zei: “ God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen; omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de dood op te wekken.”

De opstanding van Jezus heeft een voor velen onvermoede betekenis: er is een God Die Zijn macht in de geschiedenis heeft bewezen door over de dood te triomferen en Hij zal op een dag over ons allemaal oordelen – of we ons daarvan bewust zijn of niet.
Als Jezus niet is opgestaan, dan is alles wat we tot nu toe over Hem gehoord hebben, zinloos en kan gerust genegeerd worden. Maar als Jezus toch is opgestaan dan gaat een groot deel van de mensheid de dreigende oordeelsdag tegemoet, zonder daar een een enkel idee van te hebben en zonder de reddende Advocaat en Bevrijder te kennen die God Zelf daarvoor heeft ingezet.
Het lege graf roept ons op om ons om te keren en naar God te gaan, Hem om vergeving van onze schuld te vragen en op Christus, de Redder te vertrouwen. Als je dit hebt gedaan, dan roept het lege graf je op om getuige van deze Redder te zijn zoals Petrus en Johannes voor de Joodse raad beleden: “Want wij kunnen niet nalaten te spreken over wat wij gezien en gehoord hebben” (Handelingen 4:20)

Als je nog niet op Jezus vertrouwt, ga dan naar Hem toe, heb berouw over je zonden en vraag Hem om vergeving. Vertrouw op Gods Woord want daar heeft Hij vergeving toegezegd aan allen die Hem in Christus daarom vragen. God houdt Zijn Woord!
En als je Jezus volgt, getuig dan van Hem en richt je naar Zijn Woord!
En als je Jezus al volgt, getuig dan van Hem en richt je naar Zijn Woord. Dat we meer en meer onder de indruk mogen komen van het feit van de opstanding opdat onze wereldvisie op God gericht is, opdat we in de hoop en als getuige van Jezus mogen leven omdat Hij de Overwinnaar is.




Andrea Münch De Stem april 2019

Reacties

Populaire posts van deze blog

Inleiding