U ZULT DE HEERE, UW GOD, LIEFHEBBEN.


Dat het God reeds in het Oude Testament voornamelijk ging om het hart van de mensen en een heldere relatie met Hem, in plaats van enkel en puur gehoorzaamheid te eisen, zien we duidelijk aan het volgende gebod:

Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht” (Deuteronomium 6:5). Aan deze formulering kunnen we duidelijk aflezen dat de liefde ons hele wezen moet omvatten. Ze moet niet alleen bepaalde aspecten van ons leven betreffen, maar ze moet die éne, alles bepalende factor zijn. Ze moet niet alleen zichtbaar worden op bepaalde dagen of tijdens religieuze handelingen, maar moet ons hele dagelijkse leven bepalen (vgl. Deuteronomium 6:5-9).
Maar wat betekent dat praktisch? Aan de ene kant moet duidelijk zijn dat we niet uit eigen kracht in staat zijn tot deze liefde voor God. Ze komt niet voort uit een wezen dat van nature zondig is. Nee, God moet ons een nieuw hart, een nieuw wezen, schenken, zodat vijanden van God tot echte aanbidders van God worden (vgl. Deuteronomium 30:6).
Maar ook als we door het geloof in Jezus Christus weer verzoend zijn met God, mogen we geen verkeerde verwachtingen hebben. Want veel mensen denken bij de woorden “liefde” en “hart” op de eerste plaats aan emoties die wij voelen (vooral dan als we verliefd zijn). Dit aspect zit weliswaar ook in ons vers, maar God eist in Deuteronomium 6:5 meer dan liefdevolle genegenheid. Hier ligt veeleer het zwaartepunt op de loyaliteit ten opzichte van God. Ook het Hebreeuws woord voor “hart” houdt meer in dan de zetel van gevoelens. Want in de cultuur van de Bijbel staat het “hart” voor de gedachten, beslissingen, emoties en het geweten van de mensen. Als je nauwkeurig leest, valt op dat als Jezus bij Markus en Lukas het “hoogste gebod” citeert, vier aspecten van liefde voor God worden genoemd en niet drie zoals in Deuteronomium 6:5: namelijk hart, ziel, verstand en kracht.

Jezus, dan wel de auteurs van de Bijbel, voegen hier niets toe aan de wet van God, maar ze wilden recht doen aan de ruimere betekenis van het Hebreeuwse woord voor “hart”. Daarom gaven ze het weer met twee Griekse woorden (hart en verstand).

Hoe kan de liefde voor God er nu in het leven van alledag concreet uitzien?

Heb God lief met heel uw hart.


Als een Christen God wil liefhebben met heel zijn hart, betekent dat in eerste instantie dat hij God ziet als Wie Hij is; Hij is onze liefhebbende Vader Die ons in eeuwigheid uitverkoren heeft en ons gered heeft uit onze verloren toestand. Wij zijn nu Zijn kinderen en mogen Hem, onze Schepper en de Koning van het universum, onze Vader noemen! We mogen weten dat wij vrede met God hebben en dat Hij ons liefheeft – ook dan als wij als Zijn kinderen falen en tot zonde vervallen. Als Christenen hebben wij God in eerste instantie lief doordat wij van Hem Zelf genieten en Hem erkennen en waarderen als de grootste schat. Dat houdt natuurlijk ook emoties, diepe genegenheid en vreugde in die wij voor God voelen.

Als wij God met heel ons hart liefhebben, kunnen wij dat zo uitdrukken als de Psalmist het ook doet:

Wie heb ik behalve U in de hemel? Naast U vind ik nergens vreugde in op de aarde. Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel”

(Psalm 73:25-26).

We kunnen deze liefde echter ook uitdrukken in de teleurstelling dat onze liefde voor Hem vaak veel te zwak is. Daarvoor hoeven we alleen maar te denken aan Petrus en zijn gesprek met Jezus nadat hij Hem verloochend had:

Petrus werd bedroefd, omdat Hij voor de derde keer tegen hem zei: Houdt u van Mij? En hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van u houd” (Johannes 21:17).

Heb God lief met heel uw ziel.


In onze cultuur verschillen “hart” en “ziel” feitelijk niet zo veel van elkaar. Maar toch wil ik nog een verder aspect bekijken van de liefde voor God. God lief te hebben, betekent ook dat wij Hem erkennen als Schepper en soevereine Heerser van de wereld. Dat begint ermee dat wij ons bewust zien als een schepping van God en ermee tevreden zijn hoe God ons en anderen heeft geschapen. Zo zegt David in Psalm 139:

Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed”

(Psalm 139:14).

Hoe vaak vergelijken wij ons met andere mensen en we benijden ze om hun uiterlijk, hun gezondheid en dergelijke. Op die manier geven wij God niet de eer en dragen Hem meer ontevredenheid toe dan liefde.
God lief te hebben met heel je ziel betekent ook dat wij Hem het recht toekennen om als Heerser te regeren en te handelen zoals Hij het goed vindt. Dat betekent dat wij Hem zelfs dan vertrouwen als Zijn wegen voor ons onbegrijpelijk of te zwaar zijn. De profeet Habakuk is hiervoor een goed voorbeeld. God had de profeet een strafgericht aangekondigd en Habakuk was over deze aankondiging echt wanhopig (Habakuk 1:12).

Maar hoe meer Habakuk zich bewust maakt hoe verheven en rechtvaardig God is, des te meer berust hij in Gods gericht.

God wijzigt Zijn plannen voor het gericht niet, maar Habakuk besluit om God ook dan te prijzen als hij Zijn handelen niet helemaal kan begrijpen:

Ik zal dan toch in de HEERE van vreugde opspringen, mij verheugen in de God van mijn heil” (Habakuk 3:18).


Heb God lief met heel uw verstand.


Helaas denken veel mensen dat het Christelijk geloof niet in overeenstemming kan worden gebracht met het verstand. Ze denken dat je je verstand bij de garderobe moet afgeven voordat je God van de Bijbel kunt vertrouwen. Dat heeft helemaal niets te maken met het Bijbelse begrip van geloven en de navolging van Jezus. De apostel Paulus schrijft bijvoorbeeld aan zijn jonge vriend Timoteüs:

Blijft u echter bij wat u geleerd hebt en waarvan u verzekerd bent, omdat u weet van wie u het geleerd hebt, en u van jongs af de Heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is” (II Timoteüs 3:14-15).

Dat Timoteüs een voorbeeldige Christen was, had goede redenen. Hij had het Christelijk geloof leren kennen. Hij had de Schriften van het Oude Testament bestudeerd, werd door zijn moeder en grootmoeder onderwezen in het Christelijke geloof, had dit getoetst en als betrouwbaar ervaren (vgl. II Timoteüs 1:5).

Zijn vader was Griek en voor zover wij weten geen Christen geweest (vgl. Handelingen 16:1). Waarom volgde Timoteüs dan het geloof van zijn moeder en niet de overtuigingen van zijn vader? Het antwoord luidt, zoals Paulus opmerkt, dat Timoteüs zelf werd overtuigd van de waarheid van het Christendom. Aanvankelijk was het wellicht nog het geloof van zijn moeder en grootmoeder geweest dat het beïnvloedde. Maar op een gegeven moment moest Timoteüs zelf een beslissing nemen en kwam tot dezelfde overtuiging als zij.
God wordt niet geëerd als mensen Hem geheel zonder reden zouden vertrouwen. Een Christen moet weten waarom hij gelooft en waarin hij gelooft. Zo roept Petrus de Christenen op:

Wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en ontzag!”

(I Petrus 3:15).

Elke Christen zou in staat moeten zijn om anderen uit te leggen waarom hij Christen is en wat hem ervan overtuigd heeft om op Christus te vertrouwen. God met heel je verstand lief te hebben betekent dat we ons bezighouden met Zijn Woord, dat we erover nadenken en overwegen wat het te betekenen heeft voor ons leven. C.S.Lewis heeft het ooit heel treffend uitgedrukt: “God wil het hart van een kind, maar het hoofd van een volwassene!”

Als mijn vrouw me zou vragen: “Waarom hou je van mij?” en ik haar geen behoorlijk antwoord kan geven, kun je terecht twijfelen aan mijn liefde voor haar. Wie God werkelijk heeft leren kennen, die heeft het Wezen van God leren kennen. Hij weet wat het betekent dat God heilig en rechtvaardig is, maar ook vol liefde en barmhartigheid is. Hij is op de hoogte van Gods handelen in de geschiedenis – ten minste zo veel dat hij overtuigd is van de historische betrouwbaarheid van het Evangelie.
God lief te hebben met heel je verstand betekent echter ook dat we niet tevreden zijn met wat we al weten van God. We willen Hem steeds beter leren kennen. Daarom bestuderen we zijn Woord, de Bijbel, en praten in gebed vol vertrouwen met Hem.

Heb God lief met heel uw kracht.


Jezus zei tegen Zijn discipelen: “Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht” (Johannes 14:15).

In I Johannes 2:5 herhaalt Johannes deze uitspraak van Jezus met de woorden: “Maar ieder die Zijn Woord in acht neemt, in hem is werkelijk de liefde van God volmaakt geworden”.

En: “Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last” (I Johannes 5:3).

De laatste zin betekent waarschijnlijk dat een Christen door de kracht van de Heilige Geest principieel in staat is om met vreugde gehoorzaam te zijn aan de geboden van God, terwijl dit voor iemand die onbekeerd is volledig onmogelijk is. We weten echter zowel uit de Schrift als ook uit eigen ervaring dat de liefde voor God vaak flink op de proef wordt gesteld, omdat wij nog steeds te kampen hebben met onze oude, zondige natuur.

De auteur van de brief aan de Hebreeën schrijft aan zijn Christelijke lezers:

U hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in uw strijd tegen de zonde” (Hebreeën 12:4).

En Petrus schrijft aan de ontvangers van zijn brief: “Geliefden, ik roep u op als bijwoners en vreemdelingen u te onthouden van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel”

(I Petrus 2:11).

Het Nieuwe Testament herhaalt telkens weer dat het leven als Christen een geestelijke strijd is tegen de zondige natuur. Elke dag worden we blootgesteld aan verzoekingen die een aanval doen op ons geloof en onze liefde voor God. Dagelijks worden we geconfronteerd met dezelfde situatie als onze ouders destijds in de hof van Eden en we vragen ons af: “Waar hecht ik meer geloof aan: aan God en Zijn Woord of aan de stem van de verzoeking?” Vooral in de strijd tegen onze oude natuur kunnen wij onze liefde voor God vaak het duidelijkst bewijzen. Daar is vaak je hele inzet voor nodig. Sommige verzoekingen en situaties eisen al onze kracht, dan voelen wij ons lichamelijk en geestelijk helemaal op. Maar vooral op die momenten waar we geen vreugde aan God merken, waarin ons geloof op de proef wordt gesteld, kunnen we de wereld laten zien dat onze liefde voor God niet is gebonden aan emoties. Ze is gebaseerd op onze God Die in Zich vol met Liefde en Heerlijkheid is en Die ons heeft bevrijd uit onze zondige toestand.
God lief te hebben, kent dus vele aspecten. Het omvat ons hele leven. Het betekent dat we ons verheugen over God Zelf, over het feit dat we Hem als Vader hebben. Het betekent dat we hulp zoeken bij Hem, onze liefdevolle Schepper en soevereine Bewaarder. Maar de liefde voor God houdt ook in
dat we de wens hebben om Hem en Zijn wegen steeds beter te leren kennen en juist dan Zijn Woord te volgen en Hem te vertrouwen als we er geen kracht voor en verlangen naar hebben. En daarbij kunnen we ervan overtuigd zijn dat “Wij Hem liefhebben, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft” (I Johannes 4:19).

Bron: De Stem Andreas Münch februari 2020

Reacties

Populaire posts van deze blog